Botswana en Vic falls - Reisverslag uit Lusaka, Zambia van Marco Neeft - WaarBenJij.nu Botswana en Vic falls - Reisverslag uit Lusaka, Zambia van Marco Neeft - WaarBenJij.nu

Botswana en Vic falls

Door: Webmaster

Blijf op de hoogte en volg Marco

06 Juli 2007 | Zambia, Lusaka

In Maun hebben we onze auto een grote beurt laten geven, zodat we weer goed op pad konden. Vanuit Maun hebben we ook nog een vlucht van een uur over de Okavanga delta gemaakt. Heel mooi om al dat wild vanuit de lucht te zien.
We zijn nog langs de zoutpannen van Nxai geweest maar dat was een tegenvaller. De volgende dag op pad naar Moremi national park. Voor de verandering maar weer eens wild kijken.

Op de campings in Moremi national park zitten geen hekken. En de eerste nacht bleken we bezoek gehad te hebben van een olifant volgens anderen, maar wij hadden er niets van gemerkt. Hij zou achter onze auto langs gelopen hebben.
De tweede nacht in Moremi, om half 9, Marco was net naast me in de auto gekropen, voelde we opeens geschud aan de auto. We hoorden ook vaag wat Afrikaans gepraat. “Hee, er wil zeker iemand iets van de auto jatten”, fluisteren we naar elkaar. Marco gaat op onderzoek uit. Hij steekt zijn kop om het hoekje van de deur en roept: “Hello, is there somebody?. Geen antwoord. Hij kijkt naar rechts maar ziet niets, want het is stikdonker. Opeens schijnt iemand met een zaklantaarn achter onze auto, precies op het moment dat Marco naar links kijkt. Marco schrikt zich te pletter en ik zie door het raampje heen in het vage lichtschijnsel een enorme slagtand. KLAPBAM!! Marco doet razendsnel de achterdeur dicht, rolt nog sneller het gordijntje naar beneden en roept met harde fluistertoon: “WHAAAAH, EEN O L I F A N T!!!”. “Ik keek recht in het oog van een olifant met een knoert van een slagtand eronder!! Ik was maar 50 cm van hem af!”
Ik wil dat het gordijntje open blijft, want ik wil foto’s maken. Marco: “Nee, nee, alles, dicht! Zometeen ziet hij ons en stampt hij ons plat, zeker als je ook nog gaat flitsen!”. “Ik heb net bijna met een olifant gekust en jij moet zo nodig weer foto’s maken!!” Ik: “Welnee, man! Hij heeft ons al lang gezien, we waren anders allang gestampte mensjes geweest!” Marco blijft echter drie kleuren bagger schijten. Ik kan het niet laten om onder een gordijntje te gluren. Ik zie 1 meter van onze auto af een man met een videocamera achter een boom staan. Ik kijk achter nog een paar gordijntjes en zie nog meer mensen rond onze auto lopen. Sommigen met grote zaklantaarns. Nou ja, als iedereen buiten loopt, dan kunnen wij er ook wel uit! Van de omstanders hoorden we dat de olifant ons hele dak had afgesnuffeld. Hier hadden we eerder dus al niets van gemerkt. Hij schijnt erg gek te zijn op citrusvruchten. De spullen hadden overdag in de auto naast twee kratjes met mandarijntjes en bananen gestaan. Waarschijnlijk had de olifant dat geroken. De olifant was een enorm groot solitair mannetje met reusachtige slagtanden. Het was dezelfde olifant die gisteren over de camping had gelopen. Hij schijnt regelmatig s’nachts de camping te bezoeken. Van omstanders hoorden we dat de olifant eerst bij hen op bezoek was geweest. Hij had precies tussen vijf tenten door gelopen en met zijn slurf via een openstaande achterklep een hele auto afgesnuffeld. Die klep was op een gegeven moment dicht gevallen en toen was de olifant geschrokken onze kant opgerend. De andere mensen hadden de olifant naar ons toe gevolgd. De olifant had overal heel keurig om heen gelopen en niets stuk gemaakt. We hebben nog een tijdje naar de olifant staan kijken, we stonden er maar 10 meter van af, maar de olifant at rustig van de bomen en struiken. Hij was geheel gewend aan mensen.
Dat we de auto weer in kropen, hebben we ons bescheurd van het lachen. Ik ging met buikkramp slapen. Ook de volgende dag hebben we er nog enorme schik om gehad.

Dinsdag 26 juni
Om kwart voor 6 opgestaan en om kwart over 6 reden we weer. We gingen richting hippo pools. Onder weg werd ons pad geblokkeerd door een boom die zojuist was neergehaald door een olifant. De olifanten stonden 20 meter verderop. We wilden toch door rijden, dus Marco heeft met enige moeite de boom aan de kant weten te slepen, waarbij ik goed de olifanten in de gaten hield. Bij Hippo pools lagen vele nijlpaarden te badderen en 1 nijlpaard was mooi aan het grazen. Een leuk schouwspel. Hierna richting Kwai. Daar moesten we voor 11 uur het park verlaten via North gate anders moet je nog een dag entree betalen. Onderweg weer vele olifanten gezien. We kwamen langs nog een hippo pool. Hier stonden 4 nijlpaarden aan de waterkant. Prachtig om te zien. Alleen dat we dichterbij naderde met de auto doken ze allemaal snel te water. Om 10 voor 11 verlieten we via een lange brug gemaakt van boomstammen over de rivier Kwai, het park. We wilden de Kwai rivier volgen en zo richting Savuti in Chobe National park rijden. De ene kant van de rivier is nog Moremi national park en de andere kant is gewoon vrij gebied. Maar het is er prachtig. Prachtige vegetatie en we hadden een schitterende rit. Overal mooie vogels. We zagen diverse keren nijlpaarden op de walkant staan. Een aantal krokodillen lagen te zonnen. Op een bepaalde plek zagen we olifanten grazen en vlak er naast nijlpaarden. We zijn daar maar gaan lunchen. We zaten er maar 20 meter van af, maar wel met water er tussen. Het was prachtig. We waren helemaal een met de natuur. Iedereen was lekker aan het smullen van zijn of haar eten. Er liepen ook nog giraffen voorbij. En schuin achter onze auto kwamen ook nog wat olifanten te voorschijn. Na de ervaring van gisternacht, waren we geheel niet bang en we bleven mooi naast de auto zitten. De olifanten vonden het prima. We wilden net de boel weer gaan inpakken, toen er opeens uit de struiken aan de overkant van de rivier een hele kudde olifanten tevoorschijn kwam. 27 stuks en ook een aantal kleintjes. Met z’n allen stonden ze in een lange rij water te drinken. Het was fenomenaal om te zien. Prachtig!! Schitterende foto’s gemaakt. Echt subliem. We genoten weer op en top. Wat weer een mooi schouwspel. Wat hadden we weer een top dag. Tegen vijven willen we weer een off-raod track volgen vlak langs de rivier. We zijn nog maar 400 meter van het hoofdpad af, of we stuitten op water. Op het eerste gezicht ziet het er niet al te beroerd uit en nemen we de gok. Het water bleek echter veel dieper te zijn dan verwacht. Al snel staan we met de voorwielen diep in het water. Dit was geen goed plan! Marco probeert de auto achteruit te rijden, maar dat lukt niet een, twee, drie. Zonder overleg beslist Marco om dan maar gewoon rechtdoor te rijden. Ik wil nog tegensputteren: “Eerst de 4x4 aan en dan nog een keer achteruit’’, dacht ik bij mijzelf. Maar voordat ik het had kunnen zeggen gaf Marco al een flinke dot gas en duiken we nog verder de diepte in. Muurvast!! We kunnen niet meer voor of achteruit. Het rechterachterwiel draait gewoon los in het water rond en zorgt voor een fontein. Het water reikt tot aan het treeplankje en de uitlaatpijp raakt net de oppervlakte van het water. We klimmen de auto uit. Nu zaten we pas echt flink in de penarie!! Op een rots vaststaan, valt dan nog mee. We lopen op elkaar te foeteren dat we eerst de diepte van het water hadden moeten peilen. Iets wat je altijd hoort te doen als je het niet vertrouwt.
Ik bedenk me dat we net een auto waren gepasseerd, waarvan de mensen naar een krokodil zaten te kijken. Ik zet het op een lopen, GPS mee. Dit is aardig riskant, want overal kan je op een slang, krokodil, leeuw, luipaard, nijlpaard of olifant stuiten. Maar je moet wat als je vast staat en het was maar 400 meter. Normaal gesproken moet je bij je auto blijven en wachten tot je gevonden wordt. De kans is alleen een stuk kleiner als je op een off-road pad staat en door de struiken en bomen waren we absoluut niet te zien vanaf het hoofdpad.
De mensen stonden er niet meer. In het zachte zand van het hoofdpad schrijf ik met een stok in het zand, SOS, Help, stuck in water, 400 m en een pijl in de juiste richting. Aan de andere kant van het afslagje schrijf ik het ook. Ik wil niet zo in de wildernis blijven staan, dus ik loop weer naar de auto terug. Ik ben net terug bij de auto toen we het zachte gebroem van een motor hoorden. Er kwam een auto aan. Ik zet het wederom op een lopen en Marco klom op het dak, begint te zwaaien en roept om hulp. Maar hij wordt niet gezien. Ik ren mijn longen uit mijn lijf. Net bij het water waar de andere auto had gestaan, stopte deze auto ook om naar een vogel te kijken. En dan zien ze mij rennen, zwaaien en om hulp roepen. Ze keren gelukkig om en al hijgend kan ik uit brengen dat we vast staan in het water en hulp nodig hebben. Ik mag instappen. De bestuurder is een Botswaanse gids die met twee franse toeristen op safari was. De man heeft een grote sleepkabel bij zich en hij probeert ons van achteren er uit te trekken. Muur en muurvast. Het lukt niet. Hij rijdt om en probeert het aan de voorkant. Dit gaat ook niet en de auto moet dan door een nog dieper stuk heen. Het was inmiddels kwart voor zes. De man moest zijn kamp nog opslaan voor zijn gasten, 3 km verderop. Wij moesten maar bij de auto kamperen en dan kwam hij de volgende morgen terug om 8 uur met hulptroepen. Ik ben begonnen met eten koken, terwijl Marco de auto aan het opkrikken was met de Hi-jack. Hij had boomstammen verzameld en deze onder de achterwielen gelegd.
Marco ging een eerste poging ondernemen om er uit te komen. Het lukt echter niet. De boomstam onder het rechterwiel breekt in tweeën. Marco zoekt nog grotere boomstammen en krikt de auto nog verder op in de blubberbende. Gelukkig hebben we een Hi-jack stabilisatieplaat die zijn diensten nu uitstekend bewijst.
Marco weet de auto nog hoger te krijgen. Ook krikt hij de voorkant op en legt een boomstam onder het linkervoorwiel, want deze stond ook los in het water. Marco onderneemt nog een poging om los te komen. De auto komt wonder boven wonder langzaam in beweging. Marco geeft een flinke dot gas en de auto komt van achteren weer het water uit. Ongelooflijk dat het gelukt was. We vlogen elkaar weer in de armen. Wat waren we weer blij. Wat was het weer een spannende avontuurlijke dag!
Ik had het eten inmiddels bijna klaar en het had ook geen zin meer om ergens anders heen te rijden. Dus we hebben ons kampement maar 15 meter van de plek waar we vast stonden, opgeslagen. En daar staan we dan, prachtig in de bush, bush, schitterende omgeving en pal aan de Kwai rivier. We hebben alle gordijntjes omhoog gerold. Marco durft dat gelukkig nu wel. We hopen dat er een luipaard, nijlpaard of een kudde olifanten voorbij komt, dan hebben we van alle kanten uitzicht.

Woensdag 27 juni
We hadden niet zo erg best geslapen, want met de gordijntjes omhoog is het toch wel erg licht in de auto. We werden er allebei af en toe wakker van. We hadden geen visite gehad van spannende dieren.
Om 6 uur opgestaan en de boel weer ingepakt. Een briefje tussen twee opgestapelde boomstammen achtergelaten voor de Botswaanse gids dat we er zelf weer uitgekomen waren.
Bij Chobe komen we weer gemakkelijk het park in ondanks dat we geen reservering hebben. De weg naar Savuti ging over een erg droge savanne en alle watergaten stonden droog. Hierdoor waren er nauwelijks dieren te zien. Tegen twaalven waren we in Savuti. Op de wilderniscamping eerst maar een lunch gemaakt. We stonden op kampeerplek nummer 3 onder een grote kameeldoornboom. Alle kampeerplekken zijn onder zo’n grote boom gelegen. We zijn halverwege onze lunch toen we een olifant te gast kregen. Hij plaatste de onderkant van zijn slurf c.q. bek tegen de boom van kampeerplek 1 en begint er hard tegen aan te duwen. Er vallen allemaal noten uit de boom. Met zijn slurf raapt de olifant heel precies ieder nootje op. Hij maakt een hele ronde onder de boom. Vervolgens ging hij naar de boom op campingplaats 2. Staat weer tegen de boom aan te schudden en raapt alles op. Marco: “Nou, hij heeft plek 1 en 2 gehad dan komt hij zo wel naar hier, naar nummer 3”. Marco begint de boel alvast maar op te ruimen. En ja hoor, 5 minuten later komt meneer de olifant onze kant op. Ik vlucht nu ook maar de auto in, nadat ik snel de laatste spulletjes in de auto heb gelegd.
De olifant staat 3 meter van onze auto af achter de boom mooi naar ons te gluren. Hij schudt gelukkig niet aan de boom, dus er vallen geen nootjes op de auto die hij er later van af gaat eten.
Wij zijn druk aan het fotograferen en dat vind meneer olifant kennelijk niet leuk, want hij gaat zijn heil zoeken bij campingplek nummer 4. En ja hoor, daar staat hij weer vrolijk tegen de boom aan te schudden.
Het was machtig mooi om te zien hoe zo’n olifant dat doet. Het zijn echt slimme beesten.
Na deze mooie wildlife-scene weer een game-drive gemaakt door het park, maar helemaal niet interessants gezien. Savuti valt ons wat dieren betreft erg tegen.

Donderdag 28 juni
De dag begint steenkoud. Beide stappen we na het opruimen van de spullen om 6 uur in de auto met half bevroren vingers. S’nachts liggen we trouwens met een trui en soms een broek aan in bed te slapen. We willen weer op tijd van start, want we hebben nog steeds geen luipaard gezien en s’morgens vroeg heb je de meeste kans. De hele ochtend zien we weer weinig interessants. Een paar impala’s, hartebeesten en een enkele verdwaalde olifant en dat was het. Volgens Marco hebben we een pech-dag, we moeten maar snel het park uitgaan en ons voor de rest rustig houden.
Om kwart voor 10 verlieten we het park al en gaan we op weg richting Kasane. De weg naar de uitgang en de 80 km daarna waren vreselijk hobbelig en bobbelig en veel zwaar zand. Het was moeizaam rijden en we stuiteren alle kanten op. De waterjerrycans staan flink tegen het achterraam aan te bonken. Nadat we het moeizame stuk gehad hadden, kwamen we op een gravelweg. Hier blijkt dat we een lekke voorband hebben. Marco pompt hem op, terwijl ik 2 kindertjes langs de weg sta te fotograferen en ieder een pen geef. Marco ruimt de generator weer op, maar laat hem uit zijn handen kletteren. Glaasje van de drukmeter eraf en in de achterkant van de kunstofbehuizing zit een grote scheur. Gelukkig doet hij het nog wel. Bij het toegangshek van Chobe riverfront gaan we met de jerrycans de tank bijvullen. Ik zie nu dat er een grote ster in de achterruit zit, doordat de water- jerrycans er tegen aan hadden gebonkt. We balen hier flink van. Ze staan deze reis aldoor op die plek en het was steeds goed gegaan, maar dit keer was de weg dus toch echt te hobbelig geweest. In Kasane aangekomen barsten we van de honger en duiken het enige restaurant in dat Kasane rijk is. Het voorgerecht: springrolls is lekker. De rest is echter niet om te eten. Mijn pizza is erg flauw en een droge bodem en Marco’s patat is niet doorgebakken en het vlees heeft een steenkool smaak. Op jacht naar een overnachtingsplek. De eerste drie campings waar we gaan vragen, blijken volgeboekt. Dit hebben we nog niet eerder meegemaakt, dat we geen camping kunnen vinden. Alles staat vol. Zuid-afrika heeft vakantie dus het is high season. Bij een bepaalde camping konden we uiteindelijk staan, maar het was er niet erg fraai. Echter het was er vrij goedkoop: 45 pula (5,5 euro). We hebben alles geregeld inclusief waterflessen in de vriezer, toen de eigenaar op de proppen kwam met internationale tarieven. Als je uit Europa komt, dan moet je 15 US-dollar per persoon betalen. Dit vonden we belachelijk. We hebben onze flessen weer meegenomen en zijn weer verder gaan zoeken. We staan nu bij Chobe safari lodge. De bar van het complex ligt prachtig aan de rivier.
In Kasane boodschappen gedaan, nergens melk te krijgen. Tijdens het tanken ziet Marco dat de radiator lekt. We hopen dat hij het nog een dagje uit houdt, want morgen gaan we Chobe riverfont (langs de rivier schijnen heel veel wilde dieren te zitten) bekijken en heeft Marco geen tijd om hem te repareren. Op de mail lees ik slecht nieuws. Tijdens het koken laat ik de soep overkoken. Als we het brood er bij op eten, zeggen we tegen elkaar: “Het brood ruikt wel muf hé? Ja en het proeft ook een beetje schimmelig.” We kijken naar de onderkant van het brood en zien er een grote schimmelplakaat onder zitten. Het had vier dagen met ons mee gereisd in de auto en daar was dit brood niet tegen bestand. Marco moest bijna spontaan over zijn nek.
Dat ik ging douchen, zag ik dat er een gat in mijn broek zat.
Wat een baaldag!! We zijn maar snel ons bedje ingekropen, want dan kan er hopelijk niets meer mis gaan. Er blijken echter veel nijlpaarden in de rivier te liggen, die de hele tijd liggen te knorren. Niet echt bevorderlijk voor de nachtrust. We hopen dat de bad luck vannacht overwaait. Baaldagen horen er nou eenmaal ook bij als je reist, maar we hebben nu voorlopig wel weer even genoeg gehad. Hopelijk hebben we morgen meer geluk met dieren kijken.

Vrijdag 29 juni
De bad-luck is helaas niet gelijk overgewaaid. Het lampje achter in de auto begaf het s’nachts. S’ochtends breekt de sluiting van de koelbox af. Bij het afhalen van het beddenlaken, blijft er een hoek hangen achter het matrasbankje. Hierdoor scheurt het laken in tweeën. We komen er achter dat onze wegenatlas van heel Zuidelijk Afrika zoek is. Misschien wel gejat. Het schijnt een geliefd item te zijn om te stelen. Ook Marco’s zonnebril is niet meer te vinden.
Maar het reizen blijft evengoed leuk hoor! Een onderdeel van reizen is nou eenmaal dat alles stuk gaat en dat je onderweg een hoop dingen kwijt raakt. Je reist onder zulke extreme omstandigheden. De botsauto’s zijn er niets bij.
Om half 7 stonden we voor de gate van Chobe riverfront. Langs de rivier zien we verscheidene vogels, een jakhals, nijlpaarden en grote kuddes buffels. Wel aardig om te zien, maar we gaan nu eenmaal voor het luipaard en de leeuwen. Volgens de reisgidsen zit de waterfront “packed with animals”, maar wij vinden nou niet bepaald dat we over de dieren struikelen. Tegen 12 uur komen we de eerste olifanten tegen die zich naar de rivier begeven. Op een gegeven moment zagen we 6 olifanten achter elkaar aan door het water gaan naar de eilanden. Dit was heel gaaf om te zien. We komen een stel Duitsers tegen die langs de hoofdweg leeuwen hebben gezien vlak in de buurt van de enige lodge die het park rijk is. Wij er heen, maar geen leeuw te vinden. Om 2 uur zijn we het park uitgereden, want om uiterlijk half 3 moesten we ons melden voor ons boottripje op de Chobe-rivier , die om 3 uur van start ging. We doen het weer niet rustig aan. Nog weer als een gek snel brood eten. Tijdens onze lunch worden we nog lastig gevallen door 2 wrattenzwijnen die ook even willen mee lunchen. Met moeite weten we ze te verjagen ook mongoose-beestjes spelen achter onze tent.
In het begin van de boottrip zagen we olifanten door het diepe zwemmen. Echt een heel gaaf gezicht. Het leek net of ze aan het verdrinken waren, maar ze gooien hun voorpoten naar voren en huppen met hun billen erachteraan. Slurfjes boven het water uit. Af en toe krijgen ze toch water binnen en dat spuiten ze er dan uit. Verder twee keer een varaan gezien, buffels, nijlpaarden en vele watervogels. Op de boot nog een Nederlands stel met een zoontje van vier jaar uit Alkmaar gesproken. Ik heb meer van deze gesprekken genoten dan van de hele dierenkijkerij. We hebben teveel dieren gezien de afgelopen dagen. We zijn compleet verzadigd. We besluiten om het in Livingstone bij de Victoria Watervallen rustig aan te doen en daar minstens 5 dagen op een plek te gaan zitten. Even een tijdje relaxen. We gaan in Zambia alleen de Vic falls, Lusaka en South Lungua National park doen.

Zaterdag 30 juni
Eerst even lekker uitgeslapen tot half 9. Boeltje ingepakt, boodschappen gehaald. Nog steeds geen melk en yoghurt te krijgen. Dit wordt vaak 1x per week geleverd en is vaak binnen de eerste twee dagen al op. We gaan om benzine uit. Bij de eerste pomp blijkt er een tekort aan benzine te zijn. Ze willen alleen de tank vol gooien en niet de jerrycans. Wij willen ons geld opmaken door er benzine voor te kopen. Bij het volgende pompstation willen ze alleen jerrycans vullen als je ook de tank vult. Gelukkig hadden we de tank dus nog niet laten opvullen. Er staan rijen met auto’s die hun hele bakkie vol hebben staan met jerrycans. Als wij eenmaal aan de beurt zijn, blijkt dat wij onze jerrycans niet meer op mogen laten vullen. We weten de pompbediende om te praten dat hij toch 2 jerrycans vult. We hebben echter nog 200 pula over. We balen er flink van dat we niet helemaal opgevuld met benzine het land uit kunnen.
We rijden 6 km naar de veerboot toe om de Zambezi rivier over te kunnen steken. Dit is de natuurlijke grens tussen Zambia en Botswana. Er komt een jongen naar ons toe die ons wil helpen oversteken, dan kan hij geld voor ons regelen, verzekering, alle betalingen doen, etc. We vertrouwen het niet en slaan zijn hulp af. De veerboot kwam toevallig direct aan. Trucks gaan altijd voor, ze zijn echter zo lang dat er maar 1 tegelijk op kan. De ‘gaten’ worden opgevuld met personenauto’s. Een auto met caravan past er niet op, dus wij mogen daarvoor in de plaats. Maar 5 minuten hoeven te wachten. Wat een mazzel. We hadden verhalen gehoord dat je er uren wachten moet. Maar sinds er 2 veerboten zijn, gaat het een stuk sneller. Onze wachttijd krijgen we echter aan de overkant van de rivier. Het is er een drukte van belang. Alles staat vast. Rijen, rijen en rijen vrachtauto’s die vice versa de grens over willen. Kilometers trucks staan er achter elkaar. Alle voertuigen worden tegengehouden door middel van een groot hek. Je mag er pas langs als je al je betalingen hebt gedaan. Een aantal betalingen moeten in kwacha’s, het lokale geld gebeuren. Marco blijft in de auto en ik ga proberen geld te wisselen. Er komen verschillende geldhandelaren op me af, ik probeer alle munteenheden die ik in mijn tas heb zitten. Zuid-afrikaanse randen, euro’s, botswaanse pula’s, Namibische dollars, Amerikaanse dollars (gek wordt je er overigens van al dat verschillende geld). Het is een hele rekenaarij en ik krijg het gevoel dat ze me een te lage koers geven. 500 kwacha’s voor 1 rand. Ik spreek 2 aardige Zuid-Afrikaanse truckers aan, die hier wekelijks de grens over gaan. Ze gaan me helpen. Voor je ZA-randen krijg je hier de beste koers. Ze regelen een geldwisseljongen voor me. Bij hem krijg ik 520 kwacha voor 1 rand. De truckers hadden 530 gekregen. De jongen is echter onverwurmbaar en houdt vast aan zijn 520. Ik vond het inmiddels wel best zo. Het had me al veels te veel tijd gekost. Volgens de truckers moet ik precies zoveel geld wisselen als je nodig denkt te hebben. Aan de grens krijg je namelijk minder voor je geld dan in de stad. Voor 650 rand krijg ik uiteindelijk 338.000 kwacha’s (75 euro). Tja, je ziet het gelijk aan de nullen van de geldbiljetten hoe het met een land zijn economie gesteld is.
Volgens de truckers kan je beter wel een loopjongen nemen, dan ben je veel sneller door alle paperassen heen. Ze lenen hun loopjongen aan ons uit. Als hij problemen geeft, dan kunnen we ons bij de truckers melden. Marco staat inmiddels niet meer vast en kan de auto ergens parkeren. We gaan alle loketten langs. Er wordt ons een hoop geld afgetroggeld. 40 US dollar pp voor een dubbele entree-visa, want we willen ook de Victoria watervallen van de Zimbabwe’s kant zien. Gelijk een dubbele kopen is goedkoper dan twee keer een enkele (25 us dollar pp). Achteraf bleek dat een slechte keus, want later komen we er achter dat als je alleen naar Zimbabwe wilt om de watervallen te zien, dan kun je ook een dagvisum kopen voor 10 dollar. Veel later bleek het een nog slechtere keus want als je vantevoren een lodge opbelt en reserveer dan kan je een visa-waiver krijgen. De lodge geeft dan aan de douane door dat je op die en die datum het land in komt en bij hun overnacht en dan krijg je een gratis visum voor 30 dagen. Dus dat was 80 dollar leergeld. In ieder land heb je wel een paar van zulke uitgaven die voor niets zijn. Achteraf hadden we er wel iets over gelezen in de Lonely Planet, maar we hadden niet begrepen wat daarmee bedoeld werd. Hierna waren we nog 160 ZA-rand kwijt voor het betalen van de veerboot, 200.000 kwacha voor CO2-emissie, 100.000 kwacha WA-autoverzekering, 5.000 kwacha voor iets bij de politie wat we niet begrepen, 10 US dollar voor de wegenbelasting. Je moet opgeven hoever je van plan bent te gaan rijden. Ik heb gewoon maar tot aan Livingstone gezegd. Als ik de plaats had gezegd waar we de grens oversteken met Malawi waren we 65 dollar kwijt geraakt. Dus dat was wel een goede actie. Als je wordt aangehouden in een road-block moet je gewoon de domme toerist uithangen. Al met al zijn we zo’n 200 euro lichter voordat we eindelijk na 3 uur door het grote hek mogen rijden.

We zijn nog geen 5 kilometer bij de pont vandaan en we belanden al in de eertse road-block. De politie wil verzekeringspapieren zien. Wij blij dat we onze verzekering gelijk al bij de grens hebben geregeld. Het is goed en we kunnen zo weer doorrijden. Als we Livingstone binnen rijden belanden we in de tweede road-block. Verzekeringspapieren zijn goed, maar er wordt verder gezocht. Rijbewijs laten zien. Ook in orde. Remlichten. Deze blijken tot onze schrik het niet te doen. Marco moet direct meekomen en een boete betalen van 54.000 kwacha’s. Marco zegt dat hij geen geld heeft, maar dat ik alles heb. Hij mag terug naar de auto om mij te halen. Ik treuzel expres en Marco plugt er een nieuwe zekering in. Deze bleek namelijk doorgebrand te zijn. De remlichten doen het weer. Echter Marco’s rijbewijs en onze verzekeringspapieren liggen nog bij de politie-officier in de auto. Ik ga nog eens horen wat we betalen moeten. 54.000 kwacha (13 euro). Geen onoverkomelijk bedrag, maar ik heb het niet! Ik zeg dat ik het niet betalen kan. We zijn net het land in gekomen en hebben nog geen kwacha’s. Ik moet maar een lift regelen om in de stad geld te wisselen. Iemand anders wordt aangehouden en wordt ook naar de politie-officier gestuurd. De politie-officier draait zijn rug half om naar mij en praat tegen die andere man. In dit onbewaakte ogenblik gris ik Marco’s rijbewijs en onze verzekeringspapieren weg. Ik loop doodgemoederd weg alsof ik ga proberen een lift te vinden. Ik stap echter vlug bij Marco in en we rijden snel weg. De remlichten deden het ten slotte weer, dat konden we als excuus gebruiken. Gelukkig komt er geen politieauto achter ons aan.

Als we door Livingstone rijden, blijkt waarom iedereen in Botswana met 20 jerrycans bij de pomp stond. De benzine is hier 3x zo duur als in Botswana. 2 Amerikaanse dollars per liter. Nog duurder dan in NL. We balen nu helemaal dat we niet meer benzine mee hadden gekregen in Botswana. We hadden nog ruimte gehad voor 120 liter, daar hadden we het grootste deel van Zambia mee kunnen doen.
Op zoek naar een camping. Alles zit weer eens vol. Dit is de hotspot-vakantie-bestemming voor Zuid-Afrikanen en laten die nu net al een week vakantie hebben. We belanden bij de Livingstone safari lodge. Het blijkt door een Nederlander gerund te worden. Tjitsse, een Fries. Leuk gepraat. Op de camping blijkt het opvallend rustig te zijn. Al snel komen we er achter waarom. De hele dag door wordt er luide muziek gedraaid in het naast liggende dorp. Het is toevallig net 4 dagen public holiday en er wordt flink gefeest. Volgens Tjitsse waren er daarom ook zoveel road-blocks. De politie-agenten hebben geld nodig om te kunnen drinken. Vooral toeristen moeten ze hebben.
We hebben op deze camping 5 dagen gestaan. Tussendoor nog gevraagd bij andere campings of er ruimte was, want we werden de muziek spuugzat. Ook na de public holiday bleef de muziek door gaan. Om 9 uur s’ochtends begon het tot 5 uur in de nacht. Continue een zelfde soort beat. Echter alles zat bommetje vol en dan ben je toch blij ergens een overnachtingsplek te hebben.

Bij de Vic falls een dag lekker gerelaxed, een actieve dag gedaan met abseilen, gorge swing, rope-running en flying fox. Zie volgende bericht. En een dag geraft op de Zambezi rivier. Was prachtig. We zijn nu op weg naar Lusaka.

  • 06 Juli 2007 - 16:05

    Olav:

    Mooi verhaal. Ga je ook naar Malawi?

    grt

  • 06 Juli 2007 - 22:07

    Ed & Maaike:

    Kom ik midden in de nacht thuis en zal ik hier 'even' mijn mail checken... zie ik me toch een lading aan lappen tekst voor me verschijnen!!!!! Heerlijk. Wat een avonturen weer.
    W
    at zijn jullie toch een stelletje mazzelkonten met al die olifanten op jullie pad en voor het raam!
    Maar helaas ook wat pechdagen. Tja dat zijn van die dingen waar je niet op zit te wachten.

    En dan die auto vast in het water! Waren jullie dan niet bang voor krokodillen? Die zaten daar toch ook?

    Wat een corrupt zootje daar bij de grens zeg. Dat kan je dag ook aardig vergallen, vooral als ze je ook nog zoveel geld afhandig hebben gemaakt.

    Ik ga nu eerst maar eens wat te drinken halen, want op het volgende onderwerp moet volgens mij worden gedronken.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marco

Rondreis door het zuiden van Afrika. We starten in Johannesburg met het kopen van een 4x4. Vervolgens drie weken met onze ouders van Johannesburg tot Kaapstad. Hierna gaan we richting het noorden. In Tanzania gaan we proberen ons 4 tot 6 weken vrijwilligerswerk te regelen. Hierna gaan we weer terug naar beneden en op 12 september vliegen we vanaf Kaapstad terug naar Amsterdam. Dit is in vogelvlucht een schema van onze reis. Mocht je meer informatie willen plaats je reactie en we reageren vanzelf weer terug!!

Actief sinds 20 Dec. 2006
Verslag gelezen: 303
Totaal aantal bezoekers 49532

Voorgaande reizen:

13 Maart 2007 - 12 September 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: