Namibie achter ons gelaten . Nu Botswana - Reisverslag uit Maun, Botswana van Marco Neeft - WaarBenJij.nu Namibie achter ons gelaten . Nu Botswana - Reisverslag uit Maun, Botswana van Marco Neeft - WaarBenJij.nu

Namibie achter ons gelaten . Nu Botswana

Door: Webmaster

Blijf op de hoogte en volg Marco

21 Juni 2007 | Botswana, Maun

Na een paar dagen in Etosha naar de wilde dieren gekeken te hebben zijn we via grootfontein onderweg naar Tsumkwe. Op een gegeven moment kwamen we bij een veterinaire controle hek, waar we zo konden doorrijden. 500 meter na dit hek stond er een bord: historical living village. We reden er eerst langs, nadat ik in de Namibische reisgids las dat het een “fascinating insight in the life of bushmen” gaf, besloten we om te keren en er toch maar een kijkje te gaan nemen. We moesten weer 20 km terug. Langs het pad zagen we al enkele bosmannetjes en vrouwtjes lopen in hun leren lendedoekjes en rokjes. Wat een slanke mensen, er zit geen grammetje vet aan. En wat zijn ze klein. Getaande gezichten door de zon en allemaal kort kroesend haar. Ook de vrouwen. Het lijken net mannen, alleen aan de borsten is te zien dat het een vrouw is. De borsten bij deze vrouwen hangen er als nog slappere theezakjes bij dan bij de Himba’s en Zemba’s.
Op een gegeven moment kwamen we bij een paal waar een bord aan hing: “wait here for your guide”. Op het bord stonden verschillende programmaatjes te lezen wat je kon doen in het dorp. Wij kozen voor: “spend a day with us”. Het programma betrof vuur zien maken, pijl en boog zien maken, juwelen maken, traditionele dansen en spelletjes, traditionele bush maaltijd verzamelen, klaar maken en op eten en een genezingsritueel.
We werden door een bosjesmannetjes gids (in gewone kleren) naar een bepaalde plek gebracht, waar andere bosjesmannetjes en vrouwtjes bij twee rieten hutjes zaten. Vijf minuten later kwam er een bosjesmannetje op een quad het bonnenboekje brengen. Er moest eerst even afgerekend worden. We keken even vreemd op van de quad. O’ja dit is een soort van openlucht museum. Het is gewoon een toneelspelletje wat we nu zien en niet meer zoals het werkelijke leven is. (er is nog een kleine groep bosmannetjes ver weg in de bush-bush die nog echt volgens de oude tradities leeft).
Er werd als eerste vuur gemaakt. Daarvoor hadden ze twee houtjes van een bepaalde boom met zacht hout. In één houtje zaten holletjes met een sleufje. Het andere houtje werd rechtop met het uiteinde in het kommetje gezet en tussen de handen op en neer gedraaid. Door dit lang genoeg te doen ontstaat er fijn gruis dat door de wrijving heet is geworden. Dit gruis wordt op droog gras gedaan en dan wordt er geblazen. Het gras begint eerst te smeulen waar veel rook bij vrij komt en op een gegeven moment vat het vlam en dan leg je er hout bij. Het was erg interessant om te zien. Een van de bosjesmannen gaf uitleg over wat ze deden waarbij er werd gesproken in de beroemde klik-taal. De bosjesmannen spreken een taal waarbij er vier verschillende kliks worden gebruikt. Het is een ontzettend fascinerende taal om te horen en niet na te bootsen. Tijdens het vuur maken waren de vrouwen bezig om juwelen te vervaardigen van struisvogeleierenschelpen. Die breken ze in kleine stukjes. Op een steen schuren ze het in een rond vormpje. Het rondje wordt op een steen gelegd en met een metalen staafje al draaiend tussen de vingers wordt er een gaatje in geboord. Hiermee worden kettinkjes, armbandjes en hoofdtooien geregen. Het schijnt uren te duren om een paar van zulke rondjes te maken. De meeste vrouwen hadden ook babytjes. Deze hingen ondertussen aan de borst, zaten in een leren draagdoek op de rug van moeder te slapen of kropen en liepen er mooi om heen te scharrelen. Bij de mannen waren ze ondertussen al weer een pijl en boog aan het maken. Het programma werd er met een noodgang doorgejast. We hadden ogen en oren te kort en ik wilde natuurlijk ook overal nog foto’s van maken. De boog werd heel kunstig en snel uit een tak gesneden. Twee andere mannen waren een draad aan het maken van de bladeren van een aloëplant. Met een scherp gesneden tak bleven ze wrijven over het blad en zo kwamen de vezels van de plant bloot te liggen. Eerste de ene helft van het blad en toen de andere helft. Een andere bosjesmannetje pakte een paar vezels en draaide dat in elkaar. Als hij een stukje had, dan zetten hij er al draaiend weer nieuwe vezels aan vast en zo werd het touw al langer. Ze konden het gigantisch snel. Heel leuk om te zien. Hierna kregen we uitleg over de verschillenden pijlen. Sommige hebben een punt van botten van dieren gemaakt. Deze worden gebruikt voor het schieten van kleinere diertjes. Andere pijlen hebben een ijzeren punt. Deze pijlen worden gebruikt voor het neerhalen van groter wild: kudu’s, springbokken, elanden en giraffen. Een bosjesmannetje deed voor hoe ze vroeger jaagden. Ze kunnen echt geruisloos door de bosjes bewegen. Ze pakken wat zand op om te kijken hoe de windrichting is. Er moet tegen de wind in gejaagd worden, anders ruikt het wild hun aanwezigheid en zijn ze vertrokken. Vroeger liepen de bosjes mannetjes soms net zo lang achter een beest aan dat het dier moe werd en dan kon het neergeschoten worden. Vroeger waren het zeer getrainde mensen. Tegenwoordig kunnen ze dat niet meer, omdat ze teveel tabak roken. Er werd inderdaad af en toe tabak gerookt waarbij een pijp werd gebruikt die gemaakt is van een bepaalde noot. Wij mochten ook allebei met de pijl en boog schieten. Normaal mogen vrouwen dat niet. De pijl en boog is voorbehouden aan de mannen. Hierna werden er traditionele spelletjes gespeeld. Er werd met een avocado gegooid die als doorgeefbal diende en touwtje gesprongen, waarbij het touw een soort liaan was.
Tot slot werden er een aantal traditionele dansen opgevoerd. Hierbij werd weer veel geklapt en gezongen. Het blijft altijd leuk om naar zoiets te kijken. Het eindigde met een aantal genezingsdansen, waarbij de mannen deden alsof ze in trance waren. Knap opgevoerd.
Hierna werden we meegenomen naar een soort stalletje waar allemaal kettinkjes, armbandjes, pijl en bogen, bijlen, etc uitgestald waren en die dus te koop waren. De bosjesmensen lieten ons rustig kijken. Dit was erg prettig. Tenminste niet zo’n agressieve verkoopmethode als bij de Himba’s. Wij dachten na deze verkoopsessie pas op de helft van het programma te zijn, maar toen bleek het al af te zijn. Op het bord stond dat het 3-6 uur zou duren, maar het had in totaal met het kopen van de souvenirs maar 2 uur en een kwartier geduurd. Hier waren we aardig teleurgesteld over. Volgens de bosjesmannen werken ze niet met tijd. Ze werken het programma af en de ene keer duurt dat langer dan de andere keer.
Ik had het idee dat er op het bord meer stond dan we gezien hadden, maar ik wist niet meer wat. Dus we besloten om toch nog even naar het bord terug te rijden en te kijken wat er nu precies allemaal beloofd was. Er stond inderdaad nog bij dat we bush-eten zouden gaan zoeken, dit zouden klaar maken en op eten. We wilden net weg gaan toen er vier bosjesmannetjes voor ons neus stonden in hun gewone kleren. Of we nog even het gastenboek wilden tekenen. Nu ze er toch stonden deden we gelijk ons beklag maar dat we niet het hele programma gedaan hadden, wat er beloofd was. Het bush-eten hadden we niet gedaan, omdat het in de buurt op was en er minstens 5 kilometer voor gelopen of gereden moest worden. We zeiden dat we iets teleurgesteld waren over het programma en de duur ervan. Ze wilden het goed maken. Als we een nachtje bleven kamperen zouden we s’avonds uitleg krijgen over de sterren en s’ochtends bush-eten gaan zoeken. Dit vonden we op zich wel een goed voorstel, dan konden wij even een rustige middag hebben en de duizenden foto’s van Etosha nog uitzoeken.
We wilden net gaan afwassen toen er twee bosmannetjes voor ons neus stonden in hun gewone kleren. Ze kwamen vertellen over de sterren. We boden ze iets te drinken aan. Ze wilden wel een biertje. We gaven ze een blikje. Hier zaten ze erg vreemd naar te kijken. Ze wilden een mes pakken om het open te maken. Ze wisten niet hoe een blikje open moest. Ik heb het ze uitgelegd. We vonden het erg verwonderlijk dat ze nog nooit een blikje hadden gezien. Een bosjesmannetje sprak engels, die had op school gezeten en had al vaak TV gezien. Die moet gewoon weten hoe een blikje werkt. Het tweede blikje opende hij zonder problemen zo tjak tjak in het donker. Dus dat was wel verdacht. Echter later kwam een derde bosjesmannetje erbij en die wist ook niet hoe het blikje open moest. Dat zou geen afgesproken werk kunnen zijn, want ze wisten van tevoren natuurlijk niet dat ze van ons een blikje zouden krijgen. Ook onze automatische Bic-gasaansteker vonden ze erg interessant. Ook een gasfles hadden ze nog nooit gezien. We hadden een vuurtje van steenkooltjes gemaakt. Dit vonden ze ook erg interessant. Konden ze ook niet. Ze wilden alledrie een steenkooltje mee als herinnering. Later lieten we ze nog onze foto’s van thuis zien. Hier waren ze erg in geïnteresseerd. Hierna gingen we sterren kijken. We kregen uitleg over de melkweg, zuiderkruis, de ster die vertelt wanneer etenstijd is en hoe de bosjesmensen hun weg terugvonden met behulp van de sterren. De hele uitleg stelde niet zo heel veel voor. Alles werd drie keer herhaald. Uiteindelijk eindigde het er mee, dat ze toch nog weer 50 dollar wilden hebben en nog een biertje toe. We zouden morgen een hele speciale dag hebben. De noten gaan eten, de waterwortel (wortel die de bosjesmannetjes eten als er geen water is) op gaan graven, giftige besjes zoeken die op de pijlpunten worden gedaan waardoor de dieren dood gaan en ook nog een kijkje nemen bij het schooltje in het dorpje zo als ze nu leven. Marco was iets pissig en vroeg duidelijk of het hier dan bij zou blijven. Ja, het zou daar bij blijven.

Woensdag 13 juni
Wij waren om 6 uur opgestaan, want we wilden op tijd klaar staan als de bosjesmannetjes zouden verschijnen. Ze hadden gezegd even voor achten. Maar je weet het nooit, die kunnen ook gerust eerder komen, want ze werken niet met tijd. Nou, keurig om zeven uur hoorden we in de verte de schoolbel klingelen. Wat nou geen tijd gebruiken? Om 10 voor acht stonden ze weer in hun springbok-leren tenues voor onze neus. We moesten 5 kilometer rijden. De bosmannetjes klommen bij ons op dak. Dat was wel een heel grappig gezicht. Op een gegeven moment klopten ze op dak waar we moesten stoppen. We liepen ongeveer 10 meter en toen kwamen we bij een bepaalde plant. Er stonden alleen een paar stengeltjes zonder blaadjes. Die zijn er af in de droge tijd. Een bosmannetje begon te graven. Een ander pakte een tak en sneed er een scherpe punt aan, zodat het als graafstok gebuikt kon worden. Op een gegeven moment kwam er een wortel te voorschijn. Met je nagels of een takje kon je het bruine velletje eraf schrappen. Er zat wit vruchtvlees onder. Het bevatte inderdaad veel water. Het proefde redelijk. Het was interessant om te zien hoe ze aan het graven waren. Hierna was de show alweer voorbij. We gingen geen noten zoeken, want die waren niet in dat gebied. Ook geen gif zoeken, vuur maken of naar het schooltje kijken. In ieder geval we kwamen er weer bekaaid af. Ze vroegen of ze nog even mee mochten rijden naar het veterinaire hek, want daar gingen ze maïsmeel kopen bij het winkeltje. Of we nog 20 dollar hadden. We hebben het maar gegeven, want we waren er al lang al klaar mee. Het was allemaal superinteressant om te zien en om te leren. Maar de manier waarop het gaat en dat ze dan aldoor toch weer om geld vragen is gewoon zo jammer. Als het nog een mooie ochtend met diverse dingetjes was geweest, dan hadden we ze evengoed nog wel een dikke fooi gegeven.

Hierna reden we richting Khaudum. Dit is een erg afgelegen wildpark zonder hekken. Ook niet rond de kampeerplekken. Bij tijd en wijle denderen de olifanten over de camping heen en dan wordt alles onder de voet gelopen. De weg naar Khaudum vanaf Tsumkwe was gelijk al een zandweg. Een tegenvaller want op de kaart stond het als gravel aangegeven.
Langs de weg naar het park kwamen we allemaal omgetrokken boompjes en afgebroken takken tegen. Soms lagen de bomen midden op de weg en moest je er omheen rijden. De olifanten hadden al flink huisgehouden. In Khaudum zagen we bij de eerste waterplaats net een hele groep olifanten aan komen lopen. We gingen vrij dicht bij het watergat staan, zodat we het goed konden zien. We merkten al snel dat de olifanten veel agressiever waren dan die in andere parken. Het is hier zo afgelegen dat hier zelden toeristen komen, dus daar zijn ze niet aan gewend. We stonden nu eenmaal en om de auto weer te starten daar schrikken ze ook weer van. Dus bleven we maar staan, maar Marco zat lang niet lekker en hield steeds zijn hand op de startsleutel.
Het ging allemaal goed en de olifanten liepen vanzelf weer weg.
Van de camping verwachtten we helemaal niets. Pure wildernis, dus daar zal wel niets zijn. De camping had echter fraaie plekken en er ware zelfs w.c’tjes en douches en een afwasplek. We gingen de douche inspecteren en die bleken zelfs over warm water te beschikken. Ongelooflijk! Wat een verrassing. We hadden gerekend op geen water en nu bleek er zelfs warm water te zijn.

Donderdag 14 juni
Om half 6 opgestaan. We wilden naar Tsoana watergat. Bij Tsoana aangekomen gingen er net 5 hyena’s voor onze ronkende motor op de vlucht. Ze bleven toch nog even stil staan, dus we konden ze toch nog bewonderen. Wat een grote, maar lelijke beesten. Ze zagen er goed gevoed uit. Tsoana is een natuurlijke waterbron, maar die is veranderd in 1 grote modderpoel. Er staat 80 meter van het watergat een mooie uitkijkhut op palen en daar hebben we ons voor de rest van de dag maar geïnstalleerd. De stoeltjes, gasbrander, kookkrat, eetmandje, etc alles mee omhoog. Het eerste half uur zagen we niets maar vanaf half 9 ging Discovery Channel aan. Het begon met 2 olifanten waarna een ware parade aan ons voorbij trok van verschillende beesten: kudu’s, roans, (soort gemsbok, maar dan bruin en de hoorns staan niet recht omhoog maar gebogen naar achteren), wrattenzwijnen, hyena’s, blauwe wildebeesten, parelhoentjes, grondeekhoorntjes, nog meer olifanten, het ging aan een stuk door tot half 1. Toen was er pauze en zijn wij na de warme maaltijd maar even op tuk gegaan achter in de auto. Rond de heetste tijd van de dag vertonen zich altijd weinig dieren. Om half 4 ging Marco weer in de hut kijken. Er stonden toen 3 olifanten en een hyena. Om 4 uur kwam ik er ook bij en vanaf dat moment was het de hitparade. Van links kwam een groep van 30 olifanten aan gemarcheerd, 15 minuten later nog een groep van 40 van de rechterkant. Er stonden meer dan 70 olifanten water te drinken en een modderbad te nemen. Wat een fantastisch gezicht. Al dat geplons en gespetter, wat een herrie, ook waren twee mannetjes met elkaar aan het vechten, een jong olifantje ging koppie onder in de modder en moest door zijn moeder geholpen worden. Daar waar het water uit de grond komt, is een betonnen bak gemaakt en de modderrand er omheen is vrij steil. De meeste olifanten kunnen er daardoor niet meer goed uitkomen. Vaak kwamen ze er al kruipend op hun knieën uit vandaan. Een fantastisch mooi schouwspel al die klungelende olifanten en we hebben wat afgelachen. De olifanten lagen ook regelmatig met elkaar in de clinch. Er werden regelmatig flinke brullen gegeven en heel wat afgetrompetterd. Oorverdovende geluiden. Je wordt er soms bang van. Ook stonk de modder vreselijk en wolken van stof stegen op. We zaten soms kuchend te kijken. Daarnaast kunnen olifanten ook behoorlijk ruften. De hele tijd kwamen er scheten voorbij vliegen. Op een gegeven moment liepen er 5 hyena’s omheen, die werden steeds door een paar olifanten weggejaagd. Na een half uur vertrok de eerste groep, maar gelijk van de andere kant kwam er weer een nieuwe kudde olifanten aanzetten. En later nog weer eens 30 olifanten recht van voren. In totaal hadden er meer dan 140 olifanten water gedronken en een modderbad genomen. Wat een fenomenaal gezicht. We stonden er met open mond naar te kijken en waren er stil van. Op een gegeven moment zijn we maar gestopt met foto’s maken en filmen, want het is niet vast te leggen. Aan alle kanten gebeurde er wat. Ogen en oren te kort. Zoiets moet je gewoon zien en beleven. Fantastisch. En dan de wetenschap dat we het hele park zo’n beetje voor ons zelf hebben.

Op dit moment is het 10 over 10 en we hebben bezoek van een olifant op de camping. Hij staat achter het W.C. gebouwtje. Daar is de afvoerput van het douchewater en w.c’s. Over deze afvoerput ligt een metalen raster van enkel spijlen 15 cm uit elkaar. Een olifantenslurf past er gemakkelijk tussen. Hij staat zalig te slurpen van onze uitwerpselen. Eerder liepen er al een aantal hyena’s over de camping. Die kwamen uit de toiletpotten drinken. Ik blijf toch maar achter de auto door typen, want de computer doet het nu. Het stekkertje is namelijk stuk en de accu hebben we eerder al opgeblazen.

Vrijdag 15 juni
Volgens de gids van de Duitse toeristen naast ons op de camping was de olifant vlak langs onze auto gewandeld om half 11. Ik zat toen net binnen. We waren nog wakker maar we hebben er helemaal niets van gemerkt dat hij zo vlak langs liep. Olifanten kunnen echt geruisloos langs lopen.
Om 5 uur waren we opgestaan, zodat we voor de zonsopgang weer in de uitkijkhut van Tsoana zaten. Wederom weer een mooi schouwspel van de hyena’s en olifanten. Hierna spullen pakken en onderweg naar de grens. Daar aangekomen miste Marco het stopsignaal van de politie, dus die werd een beetje boos. Het was echter erg onduidelijk aangegeven. Marco dacht dat hij moest door rijden tot aan het hek (wat normaal zo is). Maar bij deze grensovergang staan de formaliteitenhuisjes dus al ruim voor het hek. Maar alleraardigst uitgelegd dat we het niet goed begrepen hadden en dat we niet gewend zijn aan politie langs de grens, want dat hebben we niet bij de Nederlands grenzen. Tja, je moet er maar een draai aangeven.
Uiteindelijk werd de man vriendelijker en kregen we te horen dat we de grens niet meer over konden, want de grenspost sluit om half vier. Het was kwart over vier. We moesten terugrijden naar Tsumkwe (50 km) of maar onder een grote boom gaan kamperen. Wij kozen uiteraard voor het laatste. We hebben alles bij ons en we gaan geen 100 km voor nop rijden. Ze werkten met 10 man bij de grenspost en er passeren zo’n 2 tot 3 auto’s per dag! Efficiëntie ten top! Ze kwamen dan ook al snel bij ons staan om te kijken wat wij aan het doen waren. Foto’s uitzoeken dus dat boeide ze wel. Ze wisten ook nog leuke feiten over wilde dieren te vertellen. Zebra’s hebben allemaal een verschillend streepjespak, geen 1 zebra is identiek aan een ander. Net als een vingerafdruk dus. Als een olifant dood gaat, dan wordt ie door de overblijvende kudde begraven. Ze graven met hun poten een kuil en schuiven de dode olifant er in en dekken het toe met zand of grond. Als de olifant begraven is dan breekt iedere olifant van de kudde met zijn slurf een tak van een boom af en gooit dat op het graf. Olifanten schijnen in gedrag erg op mensen te lijken.
Van de politieagenten hoorden we ook eens een nieuwtje (we horen niets geen nieuws, we weten me god niet wat er zich in de wereld afspeelt). Eergisteren is er in Zimbabwe een toerist gedood door een leeuw. Twee toeristen waren aan het wandelen geweest in de bush-bush en toen op een leeuw gestuit. De leeuw had 1 toerist gedood en ging toen achter de andere aan. Die was snel in een boom geklommen. Die moest toen toekijken hoe zijn partner werd opgegeten door die leeuw. De levende toerist durfde niet meer uit de boom te komen. De volgende dag werd hij/zij gevonden door een local en is toen uit de boom gehaald. Dat is toch ook wat als je geliefde voor je ogen wordt opgevreten door een leeuw. Luguberder bestaat haast niet.

Zaterdag 16 juni
Dat we de grens over gingen naar Botswana moesten we door drie hekken heen. Er is strikte controle op mond-en klauwzeer, dus na het eerste hek moesten wij met onze slippers door een ontsmettingsbak lopen en ook onze bergschoenen moesten er doorheen. De banden van de auto werden afgespoten. Vervolgens werd de koelbox gecontroleerd op de aanwezigheid van rundvlees en verse melk. Het kwam dus goed uit dat we nu geen verse producten bij ons hadden, anders hadden we zo alles weer kunnen inleveren. Na dit ritueel word je doorgelaten naar het volgende hek, waarna je gelijk ook doorgelaten wordt door het derde hek. In Botswana staat een klein houten gebouwtje. We werden allervriendelijkst geholpen en de formuliertjes waren vlot ingevuld. We hadden een leuk praatje. Aan de Botswaanse kant werkten 4 mensen. In ieder geval een stuk efficiënter. Er werd niet gevraagd naar WA-verzekeringspapieren, die je wel moet hebben, maar wij niet hebben. Dus dat scheelde weer een hoop gedoe. En we hoefden ook geen toegangsbelasting voor de auto te betalen. Meevallertje.
Na de paperassen werd nog een keer de koelbox gecontroleerd op runderprodukten. Met 10 minuten reden we weer. Uiterst soepel dus. We waren blij om weer in een nieuw land aan te komen. Dat is altijd weer spannend. We hadden Namibië nu wel gezien. Maar we hebben er een hele mooie tijd gehad.
Eenmaal onderweg kwamen we er al snel achter waarom er hier zo weinig auto’s de grens over gaan. Het is namelijk een erg slechte weg welke niet te berijden is met een 4x2 auto of je moet een hoge grondklaring hebben. De weg bestond voornamelijk uit een zandpad en soms een stuk met zwaar zand. Verderop werd het een gravelpad, echter ook van dubieuze kwaliteit. De route was daarentegen prachtig en het is een mooie “off-the-beaten-track route”. Wij komen het liefst op plekken waar niet de massa-toerist komt. Langs de weg zagen we vele nederzettinkjes bestaande uit rondavels. Vaak met Hererovrouwen voor de deur in hun mooie Victoriaanse jurken. Wat moet dat heet zijn.
Na 118 km stonden we op een asfaltweg. Dit is de hoofdweg in Botswana. Het reed goed hoor. Maar als hoofdweg hadden wij toch een betere asfaltweg verwacht. Bij Gumare probeerden we in de BOB-automaat en bij een bank te pinnen, maar bij beiden “no service”. We kregen geen geld. In de winkel toen maar de boodschappen afgerekend met ZA randen. We kregen 75 pula voor 100 rand. Gelukkig worden in heel Botswanan ook Zuid-Afrikaanse randen, dollars en euro’s geaccepteerd alleen tegen een slechtere koers uiteraard. Alleen de Namibische dollar willen ze niet hebben.
Bij het dorp Estha 6 wilden we naar Nguma Lagoon lodge gaan. Marco had echter verkeerd op de GPS gekeken en we belanden helemaal aan het eind van het dorp in een grote zandbak. De auto had hij muurvast gereden. Dit keer was Marco de persoon die in lichte paniek was. Hij begon woest de auto op te krikken, maar de Hi-jack zakte alleen maar weg in het zand. Ik stond er hoofdschuddend bij. “Wat ben je in godsnaam aan het doen?” “Ga eerst even een plan maken, hoe je het gaat aanpakken”. Marco krikte echter woest door, dus ik liet hem maar eigenwijs zijn gang gaan. Ik ging de banden maar alvast uitgraven en spulletjes verzamelen om voor de banden te kunnen leggen. Lege plastic flessen, een oud roestig olieblik, takken, riet, melkflessen, etc. Eindelijk ben ik eens blij met het overal rondslingerende afval. Meestal erger ik me er aan dood. Nadat Marco bekoeld was, liet hij de krik maar weer zakken. Hij zag in dat mijn plan met de spulletjes voor de wielen beter was en de auto kwam hierdoor toch vrij vlot los. In 20 minuten waren we weer vrij gekomen. Maar wat zagen we er uit. We leken wel 2 varkentjes. Helemaal gitzwart van het zand. Het is maar goed dat de mensen hier zo donker gekleurd zijn, dan zie je niet zo goed hoe vies ze zijn.

We hadden al snel de juiste weg te pakken en na een kwartier hadden we het juiste 4x4-track naar de lodge gevonden. Dit was nog een mooi ritje van 12 km met een stuk door het water van de Okavango delta heen.
Bij de lodge konden we direct aan het water kamperen van de Okavango delta. De Okavango delta is de uitmonding van de Okavango rivier. Het is een prachtig moerasgebied. De Okavanga-rivier is de enige rivier ter wereld die niet uitmondt in de zee. S’nachts lopen hier op de camping de hippo’s te grazen. Dus dat is oppassen geblazen als je s’nachts naar de w.c. moet.

De volgende dag hebben we een trip met een motorboot gemaakt 70 km verderop in de delta met 4 Zuid-Afrikaanse mensen.
Tijdens de boottocht zagen we diverse visarenden, krokodillen, king fishers vogels, andere vogels, een grote lizard, een varaan, een otter en tot slot een zwemmende pofadder, een van de meest giftige en dodelijke slangen ter wereld. We zijn ook nog aan het vissen geweest, echter niets gevangen.
Om half vijf stonden we weer aan wal. Wij hadden nog steeds geen pula’s en we vroegen of wij alles met de creditcard mochten betalen zodat wij de pula’s konden krijgen van de Zuid-Afrikanen. De vrouw van de lodge wilde echter zelf het contante geld hebben. In het dorp Shakawe 10 km verderop was een pinautomaat waar we wel konden pinnen. Hier baalden we van. De Zuid-Afrikanen wisten dat wij nog geen pula’s hadden kunnen bemachtigen. Ze hadden gemakkelijk dat geld vooraf aan ons kunnen geven.
In Shakawe bleek de pinautomaat weer “no service” te geven met onze pinpassen. We waren een beetje pissig op de Zuid-afrikanen.

Eergisteren hebben we gewandeld in de Tsondilo hills waar rotstekingen van de San-mensen te bewonderen zijn
Gisteren hebben we vanaf Guma Lagoon lodge een Mokorotrip in de delta gemaakt. Een mokoro is een uit een boom gehouwen platte kano, die voortbewogen moet worden met een lange stok. We gingen eerst met een motorboot anderhalf uur varen naar de kano’s toe. Krokodillen en mooie vogels gezien. De Mokoro bleek helaas niet van hout te zijn. Men gaat met zijn tijd mee en ze worden nu van polyester gemaakt. Het is heel smal en in het begin best wel eng. Toch bleek de Mokoro verbazingwekkend stabiel. We hadden een zeer vaardige poler (man die de boot met een lange stok voort beweegt). We kwamen langs hele smalle kanaaltjes, langs rietvelden en papyrusplanten, voeren over gras heen, lagen te dobberen tussen prachtige waterlelies, vele hippo highways (daar waar de hippo’s van eiland naar eiland gaan, zijn de waterlelies vertrapt en zie je een heel spoor tussen de waterlelies, waar geen waterlelies groeien) een game-walk op een eiland, we hoorden een hippo grazen, maar zagen hem niet, de poler zag nog een olifant, maar wij niet (de poler staat in de kano en wij zitten), we mochten zelf ook een stukje met de Mokoro “polen” waarbij we niet omdonderden, kregen papyrusplantenstengels te eten en de poler maakte een mooie ketting van een waterlelie voor mij. Het was ongelooflijk hoe de poler in de wirwar van kanaaltjes, riet, gras en papyrus zijn weg wist. Wij zouden na 50 meter al hopeloos zijn verdwaald. Op de verschillende eilanden schijnt veel wild te zitten: olifanten. leeuwen, luipaarden, antilopen, etc. Als ze niet meer voldoende eten op een bepaald eiland kunnen vinden, dan zwemmen ze naar het volgende eiland. De olifanten doen dat in een treintje. Met hun slurf houden ze de staart van de voorganger vast. Zo zwemmen ze in een lange sliert naar het volgende eiland.
Op de terugweg met de motorboot gevraagd of we op full-speed mochten varen. Het was schitterend en wat kon de poler goed met de motorboot over weg. Hij vond het zelf ook schitterend om door al die smalle kanaaltjes te scheuren en die krappe bochten te nemen. We genoten op en top. Deze dag was echt weer een hoogtepunt in onze reis.

We zijn nu op weg naar Maun en erg blij met onze grote voorraad benzine die we vanuit Namibie hebben meegenomen. We hebben namelijk nog steeds geen Botswaanse pula’s en we willen geen benzine kopen met onze US dollars, want die hebben we hard nodig voor Zambia en Malawi. We gaan het wat benzine betreft precies redden tot aan Maun. Het betalen van de camping en Mokoro-trip vanochtend was nog een hoop gedoe. Krakkemige betaallijn. Al onze passen werkten niet. Uiteindelijk is telefonisch een handmatige autorisatie op mijn Visa-kaart aangevraagd bij de bank en toe ging het er zo door. Maar het heeft meer dan een uur geduurd. Maar gelukkig hebben we een Visa-creditkaart, want anders kom je echt vast te staan in Afrika. We hopen dat we met onze mastercards kunnen pinnen in Maun. Edwin en Cocky trouwen vandaag. Dat missen we dus ook weer helaas. Hopelijk een dag met prachtig weer net zoals hier. Heel veel plezier en heel veel geluk!!

  • 21 Juni 2007 - 13:15

    Ed & Maaike:

    Gelukkig eindelijk weer een bericht. (ik kijk bijna elke dag of er al weer nieuws is).
    Mens wat een mazzel zo'n spektakel met al die 140 olifanten! En dan die Bushman in het openlucht museum. Lachen hoor. Ja dat krijg je als ze eenmaal kennis hebben gemaakt met toeristen en hun geld. Helaas maar waar.
    Hier volgde na het lezen van jullie avonturen, een putdiepe zucht. Waren we ook maar daar...... Maar door jullie levendig geschreven verhalen, zijn we er toch een klein beetje bij.
    Ik kan niet wachten op jullie vervolgmailtjes.

  • 23 Juni 2007 - 11:29

    Sylvia Koning:

    wat weer een mooie belevenissen van de olifanten en vooral en de verhalen over de bosjesmannen prachtig hoor. geniet er maar volop van.

  • 24 Juni 2007 - 12:58

    Avi:

    dat bush-eten dat van jullie, dat was toch geen bush-meat? (= apevlees!)

  • 02 Juli 2007 - 09:59

    Simone:

    Hoi Maaike en Marco,

    Even een kort berichtje om te laten weten dat ik jullie mails wel ontvang hoor. Ik lees de meeste mails....kom er helaas niet altijd aan toe omdat ik bezig ben met het klussen in m'n nieuwe huis. Afgelopen weekend verhuisd naar Zwolle....dus nu een officiele zwollenaar. Het huisje is nog lang niet af....eigenlijk nog niet bewoonbaar....ga nu dus een beetje logeren bij mams enz.
    Veel plezier daar!

    liefs Simone

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marco

Rondreis door het zuiden van Afrika. We starten in Johannesburg met het kopen van een 4x4. Vervolgens drie weken met onze ouders van Johannesburg tot Kaapstad. Hierna gaan we richting het noorden. In Tanzania gaan we proberen ons 4 tot 6 weken vrijwilligerswerk te regelen. Hierna gaan we weer terug naar beneden en op 12 september vliegen we vanaf Kaapstad terug naar Amsterdam. Dit is in vogelvlucht een schema van onze reis. Mocht je meer informatie willen plaats je reactie en we reageren vanzelf weer terug!!

Actief sinds 20 Dec. 2006
Verslag gelezen: 578
Totaal aantal bezoekers 49528

Voorgaande reizen:

13 Maart 2007 - 12 September 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: