Koakaland, Himba's, Zemba's - Reisverslag uit Oshakati, Namibië van Marco Neeft - WaarBenJij.nu Koakaland, Himba's, Zemba's - Reisverslag uit Oshakati, Namibië van Marco Neeft - WaarBenJij.nu

Koakaland, Himba's, Zemba's

Door: Webmaster

Blijf op de hoogte en volg Marco

06 Juni 2007 | Namibië, Oshakati

Na drie nachten Swakopmund gingen we onderweg richting Kaokoland. Dit wordt bestempeld als het meest afgelegen en primitieve gebied van zuidelijk Afrika. Er wonen veel primitieve volkeren zoals de Himba’s en de Zemba’s, die nog volgens de oude tradities leven, vee hoeden en wonen in rieten en plaggen hutjes. Via Spitskoppe, Brandberg (rotstekingen, wandeling gemaakt), Twijfelfontein (rotsgravures), het petrified forest (versteende woud) en Sesfontein reden we door naar Opuwo. In Opuwo spraken we af om met een lokale gids, genaamd Gerson, naar de Himba’s en Zemba’s te gaan. Vijf dagen hebben we over de reis naar Opuwo gedaan. Mede door een kapotte slang van de radiator en onze eerste lekke band!!!!

Woensdag 30 mei was het dan zover. We hadden afgesproken om op tijd naar de Himba’s te gaan. Dus gingen we om kwart over zes uit bed, want Marco wilde om 7 uur bij de bandenreparateur zijn. Om 8 uur kwam Gerson mij ophalen bij de receptie van het hotel. We gingen samen naar Marco toe. Dat we bij Marco aankwamen, was de band nog niet helemaal heel, dus Gerson en ik gingen boodschappen doen voor de Himba’s en Zemba’s die we gingen bezoeken. Gerson weet precies hoeveel er nodig is per stam: een zak van 10 kg aan maismeel, 2 kg suiker, blik koffie, 1 brood en een zak snoepjes. Ik deed er zelf nog per volkje 2 doosjes Panadol bij.
Na een half uurtje rijden kwamen we bij een Himba-dorp. Gerson ging eerst aan het stamhoofd toestemming vragen of wij ze bezoeken mochten. Het stamhoofd zat op een opklapbaar tuinstoeltje recht tegenover het heilig vuur, mooi een pijp te roken. Op zijn hoofd had hij zijn haar helemaal bedekt met een doek. In het haar stak achter zijn oor een metalen pennetje die aan het uiteinde gebogen was. Hiermee kon hij op zijn hoofd krabben als het haar bedekt is met dit hoofddeksel.
We kregen toestemming om te mogen bezoeken en we schudden het stamhoofd de hand waarbij we Moro moro moesten zeggen (goededag). Hij vroeg vervolgens hoe het met ons ging in Himba-taal, waar wij Noa Noa op moesten antwoorden (het gaat goed). Het meegebrachte eten werd in ontvangst genomen. Later die ochtend werd er geklaagd dat het te kort was, want het is nu erg droog en alle oogsten zijn verloren gegaan. De mensen hebben honger.
In eerste instantie moesten we even wachten bij de Himba’s er werden een heel aantal vrouwen uit omliggende dorpjes opgetrommeld. Er waren nauwelijks mannen in het dorp, op het stamhoofd en een oude man na. De mannen zijn overdag met het vee het veld in. Langzaam aan vormde er een kring van himba-vrouuwen die aankwamen lopen en die hun verkoopwaar begonnen uit te stallen. We werden als snel behangen met wel 20 of meer armbandjes om ons armen en kettingen om ons nek. Ze hadden een vrij aggressieve manier van verkopen. Bij Marco zaten de armbandjes zo strak dat zijn vingers helemaal begonnen te tintelen. Na de hele handelsceremonie, mochten we bij een Himba-vrouw in de hut komen. Daar maakte ze in een potje kruiden klaar, die werden aangestoken. Dit werd gebruikt om haarzelf mee te parfumeren. Ze houden het rokende potje onder hun oksel, doen hun handen er overheen. Ook de leren rokjes, dekens etc. worden er overheen gedaan om te parfumeren. Himba’s wassen namelijk geen kleren. Vervolgens ging ze rode okerpoeder met geitenvet vermengen en daar ging ze haar haar en lichaam mee insmeren. Dit vet heeft een ontzettende weeïge zoete lucht. Je wordt er op een gegeven moment een beetje onpasselijk van. De rest van de dag bleven we de geur van de Himba’s namelijk om ons heen ruiken. De vrouw smeerde ook wat rode okervet op mijn arm. Het vet wordt overigens gebruikt als een soort lichaamsverzorging om zichzelf mooier te maken en het dient ook als bescherming tegen de zon. Himba’s wassen zichzelf nooit. In het hutje kwamen langzaan steeds meer vrouwen binnendruppelen
In de hut mochten wij allerlei vragen stellen. Wij waren vooral geïnteresseerd in hoe oud iedereen was en hoe oud hun kinderen waren. Maar we kregen antwoorden als: ik ben 10 jaar, terwijl de vrouw zeker tegen de 40 was. De meeste Himba’s kunnen dus niet tellen. Ze weten vaak niet hoe oud ze zijn. Sommigen weten nog wel in welk jaar ze geboren zijn, maar kunnen dan niet berekenen hoe oud ze zijn. De dagen van de week weet men nog wel, maar weken, maanden en jaren is vaak alweer te ingewikkeld. Tegenwoordig gaan de jonge Himbakinderen wel naar school. Er werden uiteraard ook vragen aan ons gesteld. Ze wilden weten hoeveel kinderen ik had. Ze konden maar moeilijk begrijpen dat ik die nog niet had. Kinderen hebben is voor een Himba-vrouw erg belangrijk, want anders stel je niets voor binnen de gemeenschap. Hoe meer kinderen des te meer je gewaardeerd wordt. Ik moest een uitgebreide uitleg geven hoe het toch kon dat ik geen kinderen had en hoe ik dan voorkwam dat ik zwanger werd. Seksualiteit is voor hun absoluut geen taboe-onderwerp, maar willen ze graag alles over weten. De meeste Himba-mannen smeren zich overigens niet met de rode okervet in. Als een Himbavrouw dan sex heeft gehad dan weet de volgende morgen het hele dorp het, omdat de man dan onder de rode okervet zit.
Himba-mannen houden er over het algemeen meerdere vrouwen op na. Hij trouwt met 1 vrouw en heeft er een aantal vriendinnen naast. De getrouwde vrouw is echter de baas. De vriendinnen stellen minder voor. Op mijn vraag of er dan geen mannen zonder vrouwen waren, werd geantwoord dat er veel meer vrouwen dan mannen waren.
Een Himbavrouw had 2 kinderen en het lukte haar niet om er meer te krijgen. Ze wilde dat Marco en ik een kindje gingen maken en dan moesten we die maar aan haar geven. In hun cultuur is het gebruikelijk dat kindjes soms uitgewisseld worden. Als een vrouw weinig kinderen heeft dan vraagt ze soms of ze een kindje van een andere vrouw mag. Als die vrouw het goed vindt, wordt het kindje overgegeven en dan is het opeens van die andere vrouw. Ook werd er uitgebreid gevraagd of ik wist hoe het nou kon dat sommige vrouwen nou helemaal geen kindjes konden krijgen. Een vrouw uit het naast gelegen dorp had daar namelijk problemen mee.
Na de bevragingen in de hut, werd er buiten nog voor ons gedanst. De vrouwen stonden in een halve cirkel en er werd druk geklapt. Dit doen ze erg ritmisch. Af en toe stapt er een vrouw uit de kring naar voren en doet een dans wat vooral stampen en draaien is. Tijdens het dansen dagen ze elkaar als het ware uit. Het was mooi om te zien.
Wij hadden de indruk dat de honger bij de Himba’s wel mee viel. Ze zagen er allemaal goed doorvoedt uit en we hadden al gehoord dat de Himba’s de rijkste stammen zijn. Ze schijnen enorme veestapels te bezitten. En vee is veel waard in Afrika.
Na 3 uur bij de Himba’s geweest te zijn gingen we naar de volgende stam: De Zemba’s. Dit is een volkje waar de vrouwen zich ook met vet insmeren. Alleen niet met de rode kleurstof en niet het hele lichaam.Vaak alleen het haar en de nek. Ze hebben in het haar, om de nek, heupen en tussen de borsten allemaal kettinkjes van kleine gekleurde kraaltjes. Het ziet er allemaal erg vrolijk uit. Er werd eerst weer toestemming gevraagd of we op bezoek mochten komen. Dit werd aan een vrouw gevraagd, want het stamhoofd was er niet. Die was een koe aan het verkopen, omdat er wegens de droogte geen eten meer was. We waren welkom en ons meegebrachte voedsel werd weer overhandigd.
We merkten meteen dat dit volkje minder toeristen ontvangt. Ze hadden er meer plezier in om aan ons dingen te laten zien en de verkooptechniek was niet agressief. Ze stallen hun spulletjes uit en laten je rustig kijken.
We kregen in een hut weer uitleg over hun rituelen, welke kruiden ze gebruiken voor het parfumeren, welk vet ze gebruiken, hoe ze de boel aanvegen met een “bezem” gemaakt van koeienstaarten. Ook lieten ze een kalebas met steentjes erin zien, waarmee een traditionele medicijnenman mensen tracht te genezen. We kregen uitleg over de kleuren van de kraaltjes riemen. Als je net een baby hebt gehad dan doe je witte kralenkettinkjes aan je riem. De mannen weten dan dat je een baby zoogt en niet in voor sex bent. Als de baby oud genoeg is en er eventueel weer een nieuwe baby mag komen, dan doe je allemaal rode kettinkjes aan je riem en dan kunnen de mannen zien dat er weer gesekst mag worden. Bij de Zemba’s kan de man ook meerdere vrouwen hebben. Alleen heeft hij die vrouwen dan in verschillende dorpen. Dus die ene keer is hij in het ene dorp en de andere keer in het andere. Ook hier werden weer vragen gesteld over hoeveel kinderen ik had. En ik kon weer dezelfde uitleg geven als bij de Himba’s. Er werden geen vragen gesteld over wat je bv. doet voor werk. Dat past niet in hun belevingswereld. Zij zitten de hele dag voor hun hutjes de baby’s te voeden en kraaltjes te rijgen.
We zagen de hutjes die voor opslag van voedsel worden gebruikt. Deze staan op palen, zodat het ongedierte er niet gemakkelijk bij kan. Alle hutjes waren leeg. Er was inderdaad nauwelijks voedsel.
Na 2 uurtjes bij de Zemba’s hadden we het wel weer gezien. We werden uitgenodigd voor de volgende dag, want dan zou er een ceremonie zijn omdat een meisje haar eerste menstruatie had gehad en dat wordt uitgebreid gevierd, omdat ze dan een echte vrouw is geworden. Er zou ter ere daarvan een koe geslacht worden en dat wordt gezamenlijk opgegeten met allerlei mensen uit omringende dorpen. Het leek ons wel heel bijzonder om dat mee te maken. Dus we besloten om morgen terug te komen.
Met de zoete en weeige geur om ons heen vertrokken we. Wat voelden we ons vies. Alles plakte en ik zat onder de rode vet. Op de terug weg waren we alle twee helemaal stil van alle indrukken die we hadden opgedaan. Wat was het allemaal indrukwekkend. Dat we Opuwa binnen reden zag ik opeens Himba vrouwen voor een huis de was ophangen. Ik was stomverbaasd. Gerson wist te vertellen dat er ook een aantal Himba’s in gewone huizen wonen. In het huis ziet alles helemaal rood.

Terug gekomen op de camping gelijk gedoucht, wat was het moeilijk om die rode troep er af te krijgen. Maar na goed boenen was het gelukt. Marco meldde nog even dat hij blij was met de uitvinding van de BH. Want als je de theezakjes van de Himba’s in het vizier hebt, word je daar als man niet vrolijk van.

Twee dagen later gingen we op 4x4 safari door Kaokoland met uiteraard onze eigen Landcruiser. Dit is een heel afgelegen gebied en je moet liters benzine bij je hebben en heel veel water, want je moet overal zelf in voorzien. Maar dit is vooral noodzakelijk voor het geval je pech zou krijgen en je het niet zelf repareren kan. Het kan namelijk dagen duren voordat iemand ook die weg passeert, dus je moet dan genoeg voedsel en water bij je hebben om het een aantal dagen uit te zingen. We gingen uiteindelijk met 90 liter water en 260 liter benzine op pad. Omdat we alleen reden (er wordt geadviseerd om met twee auto’s te gaan, maar dan moet je wel nog een koppel vinden die het ook wilt doen) hadden we met Gerson afgesproken dat we binnen 5 dagen in Epupa falls zouden zijn (we dachten dat we de rit wel even in twee dagen zouden doen) en hem zouden bellen, zodra we er waren. Als we na vijf dagen nog niet gebeld hadden, dan zou hij ons komen zoeken. We hadden onze route duidelijk met hem doorgesproken.
We namen vanuit Opuwo de D3707 langs Kaoko Otavi. De weg werd al snel slechter. Dat we langs het nederzettinkje van Otjiu kwamen zagen we een bord met clinic. Ik wilde wel eens zo’n kliniek bekijken. Dus we reden er heen. We parkeerden de auto naast een golfplatenschuurtje. Ik was nieuwsgierig wat er in te zien was. Het bleek te dienen als klaslokaal. Na 2 minuten kwam de lerares aanlopen. Ze gaf uitleg over het onderwijs. Het gebouwtje was een noodlokaal. Er was ook nog een echt schooltje. Dit mochten we ook bekijken. Ook kregen we de ruimte te zien waar alle schoolboeken en schriften bewaard worden. Na een lesdag wordt alles weer achter slot en grendel gedaan, anders gaan de kinderen er mee aan de haal. Ik keek er van op hoe goed het lesmateriaal was. Alle schoolboeken worden betaald door de regering. De meeste kinderen komen van ver, dus die slapen allemaal in een grote ruimte. De meisjes gescheiden van de jongens. Deze ruimtes mochten we ook bekijken. Bij de jongens was het een troep. Bij de meisjes was het een stuk netter. De kinderen liggen gewoon allemaal op de betonnen grond op een deken of kleedje. Wij waren erg verbaasd dat er geen bedjes waren, maar volgens de lerares was het nog een goede slaapplek. De kinderen lagen tenminste binnen en in de koude nachten liggen ze allemaal tegen elkaar aan. De meeste kinderen zijn gewend om buiten te slapen onder bv. een boom.
De kinderen krijgen les in Otjieherero, de taal van dit gebied, welke wordt gesproken door de Himba’s, Zemba’s en herero-mensen. Ook leren de kinderen Engels, lezen, schrijven, rekenen, biologie, geschiedenis, aardrijkskunde, etc. Er kwam later ook nog een leraar te voorschijn. Dat wij er waren, waren de lessen net af. De meeste kinderen waren naar huis, maar een aantal kinderen blijven ook tijdens het weekend, want die wonen te ver weg. Daar moeten de leraren op passen. Ze wilden allemaal graag op de foto. We gaan ze toesturen. De leraar vroeg of we pennen hadden en een voetbal. Dat hadden we niet. We zijn helemaal vergeten om pennen te kopen. We hebben 200 dollar gegeven uit de ontwikkelingswerk pot. We moesten het bedrag met een korte verklaring opschrijven in het bezoekersschrift. Iedereen die de school betreedt, moet de reden van zijn bezoek vermelden. Mensen van de regering kunnen dan precies controleren wat er gebeurd. En als de school dan opeens een bal heeft, kunnen de leraren verantwoorden waar ze dat geld vandaan hebben. Ook kunnen de regeringsmensen zien dat de leraren het geld niet wegnemen.
Hierna namen we een kijkje in de kliniek. Er was een verpleegkundige aanwezig. Hij runt de hele kliniek, die uit een paar kamers bestaat. Er blijven geen mensen slapen in principe. We mochten de onderzoeksruimte zien, de ruimte voor wondverzorging en de verloskamer. De verpleegkundige houdt zich voornamelijk bezig met wondverzorging, alledaags huisartsenklachten, doet spreekuur voor zwangere vrouwen, is de vroedvrouw, doet counseling voor Aids-testen en voert die testen uit, etc. De kliniek zag er redelijk verzorgd uit. Het viel mij alles mee. Ook waren er behoorlijk wat medicijnen in huis. Als mensen voor een consult komen moeten ze 4 dollar betalen (40 eurocent) en 10 dollar buiten kantooruren. De testen op aids zijn gratis en als er HIV/AIDS wordt vastgesteld worden er gratis virusremmers verstrekt. Ook stond er een bak waar de mensen gratis condooms uit kunnen pakken. De Namibische regering is zo wel goed op weg qua AIDS-bestrijding naar ons idee.
Regeringsmensen zoeken zelfs de meest afgelegen dorpjes op om uitleg te geven over AIDS.
Na een uur gingen we weer op pad. We naderde de Hoarusib rivier die omgeven was door prachtige palmbomen. Nadat we door de droge rivierbedding hadden gereden, besloten we om aan de overkant van de rivier maar alvast te gaan koken, want dit was een fraaie omgeving. Vanaf toen speelde zich een waar theaterspektakel zich af. Na 15 minuten bezig met het koken te zijn, kwamen er drie jongens op ezels en een kudde geiten aangegaloppeerd. Ze hielden halt bij onze auto en stonden mooi te observeren waar wij mee bezig waren. Ze spraken alleen Otjiherero. Dus het was praten met handen en voeten en we kregen er alleen uit dat ze 100 geiten bij zich hadden. Ik gaf ze allemaal wat water, wat ze gretig opdronken. Ze keken ons iet wat hongerig aan, dus toen hebben we ons eten maar gedeeld. Op een gegeven moment begon een van de jongens te wijzen naar de struiken aan de overkant van de rivier. Wat denk je stapt er toch zeker een olifant uit de bosschage vandaan. En toen nog een, en nog een, tot er wel zes waren. De olifanten gingen een modder- en zandbad nemen. Op die bepaalde plek had net nog een plasje water gestaan. We stonden allemaal verrukt te kijken. We hadden er al helemaal niet meer opgerekend, maar opeens stonden we dus zomaar naar de woestijnolifanten te kijken. Voor de jongens was het ook speciaal, want die stonden net zo geboeid te kijken als ons. Een van de olifanten ging mooi op zijn gat zitten en woelde zich lekker in de modder. Na een half uur liepen ze weer verder. Ze spoten zichzelf nog even lekker vol met zand. Wat een fantastisch schouwspel. Er kwamen ook nog 6 kinderen aangelopen. 1 had er een paard bij zich. Een van de kinderen sprak Engels, dus toen konden we beter praten. Ik vroeg of ik even op de ezel mocht rijden. Dat mocht. Iedereen wilde natuurlijk ook weer op de foto. De engels sprekende jongen zat op het bewuste schooltje. Dus de foto’s kunnen we naar de school sturen en dan zal hij ze weer verder uitdelen. Ik gaf iedereen een snoepje, maar er werden zoveel handjes opgehouden, dat sommige kinderen twee snoepjes hadden omdat ze stiekum beide handjes ophielden. Nou, dan hadden ze natuurlijk weer dikke pret.

Na verloop van tijd vervolgde we ons pad weer. Wat hadden we genoten van de olifanten en de interactie met de drie jongens en kinderen. De omgeving was mooi en de weg was te doen, maar werd wel slechter hoe afgelegener we kwamen. Onderweg zagen we springbokken en struisvogels en natuurlijk veel vee. De mensen zijn hier niet echt arm te noemen, want er lopen stapels vee rond. Alles zag er echter wel zwaar over begraasd uit, want geen grasspriet te bekennen. We vroegen ons echt af wat die beesten hier eten. In Orupembe gingen we op zoek naar de community camping. Het was inmiddels al 6 uur en het werd snel donker. We moesten door de rivierbedding rijden om er te komen. We stuitte al snel op 3 giraffen. Prachtig om die silhouetten tegen de ondergaande zon te zien. De foto’s zijn echter bewogen, omdat de sluitertijd te lang was.
Toen we volgens de GPS op de bewuste plek waren, waar de camping zou moeten zijn, was er geen camping te bekennen. Alleen een niet functionerende waterpomp. Wegens de donkerte wilden we niet meer verder rijden en zijn we maar naast de waterpomp gaan staan. Mooi echt wild kamperen. We stonden er zalig.

De volgende morgen begon het stuk waar we alleen nog maar off-road zouden rijden, hiervoor moesten we een afslag hebben. Voor de zekerheid de GPS maar aangezet. Ja, hoor de afslag hadden we al gemist. Dus weer een stuk je terug. Nou, zonder GPS hadden we de bewuste afslag nooit gevonden.
We kwamen struisvogels, vele springbokken en een gemsbok tegen. Prachtig. Ook kwamen we langs kleine nederzettinkjes die uit niet meer dan een paar rieten hutjes met leem bestonden. Na een uurtje rijden stuitten we op een marmermijn. De mijn was gewoon in de openlucht. Dat we aan kwamen rijden lagen er allemaal grote vierkante uitgezaagde witte marmeren blokken. Even verder rijden zagen we waar de blokken uit de grond kwamen of beter gezegd uit de heuvel gesneden werden. Weer verderop lag een hele berg met afvalmarmer. Daar hadden de rockdassies een nieuw onderkomen in gevonden. Het was erg leuk om zo’n mijn eens gezien te hebben.
Na 2,5 uur rijden belanden we bij de Otjiwara pas. Deze was erg lastig. Ik ging af en toe de auto uit om Marco te wijzen hoe hij moest rijden. Het ging echter allemaal goed. Een stukje verderop echter nog een vreselijke helling met grote gaten om een rivierbedding over te komen. Ik wees Marco weer de weg. Ik wilde hem vrij vlak langs een boompje sturen, maar hij reed er te krap langs. Een tak kwam tegen de spiegel aan en boven aan bleef een tak achter het roofrack hangen. We stonden helemaal vast. We konden echter ook niet meer terug achteruit. Daar was het te steil voor. Toen moest Marco op hoop voor zegen met veel gas geven doorrijden. Met een hoop gekraak kwam de auto vrij en wonder wel de spiegel zat er nog aan en met roofrack was ook niets mee. Alleen wat krassen aan de zijkant. Echt ongelooflijk. Ik dacht echt dat de auto naar de filestijnen ging.
We hielden ons hart vast. Wat zouden we allemaal nog meer tegen gaan komen? Gelukkig viel het verderop allemaal weer redelijk mee. Wij dachten dat Rooidrum een plaatsje was. Het was echter een markeringspunt voor een T-splitsing. Het bestond uit een rood geschilderd olievat waar de GPS-coordinaten op stonden. Bovenop stond een oude telefoon en erom heen lagen allemaal stenen met namen erop van mensen die het punt gepasseerd waren. Wij hebben uiteraard ook een steen gezocht waar we ons naam en datum op hebben geschreven. Altijd wel leuk zulke monumentjes. Vanaf rooidrum kwamen we in de Marienfluss-vallei. We reden nu met de auto in het rode zand en om ons heen wuivend lang geel gras. We zagen voor het eerst hoe het gras hier echt kan groeien als het niet begraasd is. Er staat dan nog behoorlijk wat. Aangezien Marienfluss een conservatie-gebied is wonen er maar een paar stammen met wat vee. Het was prachtig om te zien. Wat een gele vlakte. Bij de heilige berg van de Himba’s en de fairy-circles (er zitten zomaar kale plekken in het gras waar niets groeit, welke feeën-cirkels worden genoemd) zijn we omgekeerd. De weg terug ging sneller. Op de plek van de rivierbedding met het boompje was het weer erg lastig. Marco ging eerst de kant van het boompje proberen, maar de achterkant bleef naar mijn zin te veel steken. Toen het ander pad maar. Ik stond te filmen. Komt het rechtervoorwiel toch wel een meter los van de grond. Megaspectaculair om te zien. Ik stond met mijn mond open van verbazing, waardoor Marco dacht dat het helemaal niet goed ging, dus die liet de auto weer terugrollen. Toen nog weer een keer hetzelfde verhaal uiteraard, echter de geheugenkaart van het toestel was vol, dus helaas geen mooi filmpje van het omhoog komen van de wielen en ook geen foto. Het zag er doodeng uit. De rest van de rit ging prima, alleen veel gebroem van de uitlaat. Die was namelijk in tweeën gebroken in de vallei.. Ja, door al het gehobbel en geschud heeft de auto en de banden weer erg te lijden, maar hij houdt zich tot op heden wonderwel goed. Dat de uitlaatpijp weer in tweeën zou breken was te verwachten. Hij is nu trouwens echt goed stuk en niet meer te lassen. Dus dat wordt in de eerste grote plaats een nieuwe kopen.

De volgende dag waren we om 9 uur weer aan het toeren. Volgens de man van de camping zou de route naar Otjihanda erg rotserig zijn. Het eerste deel besloeg 60 km. De eerste 30 kilometer hiervan waren goed te doen. We reden grote stukken op het zand met af en toe wat rotsen. We zagen weer mooie springbokken voorbij “bouncen”. Halverwege werd het echter lastiger en kregen we meer rotsen te verwerken. Bij weer een groot zandstuk wilde ik wel weer eens een keer gaan rijden. Dat had ik al een hele tijd niet gedaan. Het is gaaf om off-road te rijden, maar wat is het zwaar. Echt spierballenwerk. Regel 1 van het off-road rijden is: beide handen aan het stuur en laat nooit je stuur los!! Rotsen en zwaar zand zorgen er voor dat het stuur graag een eigen leven gaat leiden en als je dat laat gebeuren, sta je in no time tegen een boom of rotsblok geparkeerd. Even in je neus peuteren is er met zulke paden niet bij. Je hebt hoogstens even de tijd om je zweethandjes snel aan je broekspijp af te vegen.
Het rijden ging goed, maar na een half uurtje moesten we door een rivierbedding heen. Er lag een tak midden op het pad dus Marco zei dat ik om de tak heen moest. Ik remde daardoor af om de bocht te kunnen maken. Hierdoor reed ik te langzaam door het zand en kwamen we vast te staan. Ik probeerde de auto er uit te krijgen, maar de banden begonnen te graven. Ik achter het stuur vandaan en Marco ging het proberen. Het lukte niet en we kwamen alleen maar dieper te staan. Er zat niets anders op dan de banden uit te graven. Toen weer proberen, maar het lukte nog niet. Weer meer zand weghalen en opeens staat er een Himba-man met een groot kapmes naast me. Hij begint op de struiken te wijzen. Ik kijk verdwaasd om me heen. We staan nog geen vijf minuten vast en er komt alweer iemand tevoorschijn. Zo afgelegen en onbewoond is het hier dus ook allemaal weer niet. De Himba-man hakte wat stevige twijgen van de bomen af en legde deze voor het linker wiel. Weer gaat Marco het proberen, maar de auto komt nog niet los. De Himb-man begint al druk te gebaren dat het zo niet werkt. Hij hakt nog meer takken af en legt ze ook voor het rechterwiel. De auto kwam nu probleemloos los. De Himba-man wilde natuurlijk iets hebben voor zijn diensten. We gaven hem 20 dollar. Bij het pakken van het briefje kwam er een briefje van 50 een beetje mee. De himba-man wilde dat briefje hebben. Maar dat vonden we veels te gek voor het afhakken van een paar takken.

Ik ging weer verder achter het stuur, wat prima ging. Ik wist nu goed hoe ik stukken rul zand moest berijden. Vantevoren goed kijken welke versnelling je nodig denkt te hebben en dan alleen maar gas geven en vooral niet remmen, schakelen of stoppen.
We kwamen vele kleine Himba-nederzettingen en kralen tegen. De mensen komen allemaal naar de auto toe rennen. Ze roepen dan dat ze iets willen, maar we kunnen het niet verstaan. Waarschijnlijk willen ze geld, eten of snoep. Maar we kunnen onmogelijk overal stoppen en wat uitdelen.
Om half vier ging ik weer een stuk rijden en na een uurtje kwamen we bij Otjitanda aan. Vanaf daar belandden we zomaar op een steile rotserige helling met heel veel kuilen. Het kwam geheel onverwacht en als je eenmaal op een helling rijdt, moet je wel doorrijden. Het stuur slingerde mij alle kanten op. Ik knalde met mijn elleboog tegen de deurpost op. Auw, dat deed zeer!! Ik riep naar Marco (muziek aan en de auto maakt ook een teringherrie met gebroken uitlaat) dat hij het stuur naar links moest trekken. Maar het was al te laat, ik kon het stuur niet meer houden en de auto kwam overdwars te staan en de motor sloeg af. De achterkant vast tegen een rots en de voorkant tegen de rotsrand van het pad (het was een diep uitgesleten pad). Marco kroop maar snel achter het stuur. Dit ging mijn krachten te boven. Ik liep maar mee met de auto, want ik vond het te spannend om in de auto te zitten. Wonderwel, kreeg Marco in 1x de auto weer los. Alleen een deuk in de “achterbumper” maar dat was niet zo erg, want daar zitten er toch al een paar in. Vakkundig kreeg Marco de auto in één keer op de helling omhoog. Het werd nu toch echt te zwaar werken voor de auto. Die moest dus maar in zijn 4x4. We waren er al verbaasd over dat de auto het zo lang trok in zijn 4x2. Het is echt een monstersterke auto. Op de GPS zagen we dat het komende stuk een “very bad road” was. Nou dat hebben we geweten. Wat een kuilen, gaten en rotsblokken. Het was zenuwslopend. De Sani-pas in Lesotho was er niets bij. (Die is wel veel steiler, maar veel beter geëffend).
We moesten weer een helling op. Bovenop de helling gekomen een harde knal en kadang de auto stond muurvast. Met de achteras op een rotsblok vastgelopen. Shittepit hoe gaan we dit oplossen? Het ging maar om een paar mm. Marco probeerde toch 2x om los te komen door heel veel gas te geven. Ik stond er naast om te kijken hoe het zou gaan, maar het rubber vloog me om de oren en de auto bleef vaststaan. De banden waren al spinnend alleen maar een paar mm dunner geslepen.
Het leek mij het verstandigst om de auto van achteren maar op te krikken met de Hi-jack. De wielen legden we vast door er rotsblokken achter te leggen, de auto stond namelijk nog net iets achterover te hellen. Het was nog een gevaarlijke klus en de auto gleed een paar cm naar achteren bij het opkrikken. Dit was doodeng om te zien. Zometeen zou de hele auto achterover van de krik afdonderen en naar benden rollen over Marco heen. Ik begon licht paniekerig nog meer rotsblokken te vergaren en om de wielen heen te leggen. Het rechterwiel kwam uiteindelijk gelukkig van de grond en daar konden we een rotsblok onderduwen en de gaatjes aanvullen met grind. Moeizaam konden we de auto weer laten zakken. Het hielp. De achteras was precies 2 mm losgekomen van de rotsblok. Marco kon de auto weer wegrijden. Wat een zenuwenklus. Van blijdschap vielen we elkaar in de armen. Het verdere stuk was ook nog moeizaam. We moesten ook aldoor vrij dicht langs struiken en bomen. Door het open raam zwiepte er een tak naar binnen, midden in mijn gezicht. Een flinke tik die behoorlijk zeer deed. Ik had een sneetje boven mijn lip en mijn lip werd een beetje dik. Maar gelukkig niet in mijn oog.
Les 2: Hou je raam dicht met off-road rijden. (alleen een beetje lastig als je steeds moet kijken hoe de banden eruit zien en de rotserige weg).
Om 6 uur kwamen we bij een open plek aan waar gepick-nickt kon worden. Hier zijn we maar gaan staan om te overnachten. Het laatste anderhalf uur hadden we maar 6 km gereden. In totaal hebben we vandaag 99 km afgelegd. We waren alletwee doodmoe. Ik ben eerst maar eens 10 minuten gaan zitten. Toen gebakken eieren gemaakt met brood, terwijl Marco de auto aan het ombouwen was, zodat we er weer in kunnen slapen. Ik riep naar Marco dat de eieren klaar waren en dat hij kon komen eten. Marco stond sneller naast me dan verwacht en ik was te laat om hem te waarschuwen. Doodmoe ploft hij zonder te kijken neer in de campingstoel. Hij veerde echter gelijk weer op, want zijn kont werd warm. Ik had zijn bord met eieren op zijn stoel gelegd, want er was geen plaats meer op het kratje.
Ik lach helemaal blauw van het lachen, waardoor ik bijna zelf over de campingstoel heen viel. Maar ik kon me nog net staande houden. Gelukkig had ik op de eieren net nog geen ketchup en mayonaise gedaan.
Na het eten even lekker rustig bijgekomen van de spannende dag met drie koppen thee. Op ons kaartje voor het afscheidsfeest stond: ‘Wij gaan op avontuur’. Nou vandaag waren we dus ECHTop avontuur. Ik heb nog nooit zo’n spannende reisdag meegemaakt. Parijs Dakar is er niets bij.
We deden snel de afwas en vulden de tank weer bij met benzine. Marco deed nog de laatste dingetjes aan de auto, terwijl ik me stond te wassen bij het afwasteiltje. Opeens hoorden we van dichtbij voetstappen. Marco riep Moro Moro. Er kwam echter geen antwoord. Ik schrik me dood. “Sta ik daar in mijn nakie, komt er zeker een Himba-figuur aanlopen!” “Wat zal die weer van ons moeten?” Marco richt zijn hoofdlampje op waar de voetstappen vandaan komen. Gelukkig het bleek maar om een ezel te gaan. De dag was kennelijk nog niet spannend genoeg geweest. Doodmoe kruipen we uiteindelijk ons bed in. We zagen op tegen de dag van morgen. Nog 49 km off-road. Hoe zal morgen er weer uit gaan zien?

De volgende dag om 8 uur met frisse moed van start gegaan met rijden. Het begin stuk was nog iets rotsig, maar al snel kregen we harde zandgrond. Na 15 km vonden we het zo goed gaan, dat we de auto uit zijn 4x4 hebben gehaald. Ik had weer zin om te rijden, dus ik kroop achter het stuur. Het was gewoon een prima stuk. Lekker veel harde zandgrond en af en toe een rivierbedding waar we met veel gas doorheen gingen. We hadden ons druk gemaakt op niets af. Op de route zagen we een waterpomp met twee Himba-nederzettingen die verlaten waren. Himba’s hebben namelijk meerder nederzettingen. Als het gras voor het vee op is, trekken ze weer door naar de volgende. We gingen er mooi even rondstruinen. De waterpomp was stuk. In het beton stond red cross gekrast en 02-03. Een waterpomp van 4 jaar oud en nu al weer stuk en ongebruikt. Ook lag er een hele berg glas en glasscherven. De Himba’s snappen niet dat dit niet door de natuur wordt afgebroken en slingeren het gewoon overal neer. Dit zie je overigens overal. Overal zie je glas langs de weg. We gingen in het ene nederzettinkje kijken en toen in de andere. Ik zei tegen Marco: “Volgens mij zijn ze nog niet lang gelden vertrokken. Je ruikt die zoetige weeïge lucht nog”. Ik heb het nog niet gezegd of 10 sec later staat er een Himba-vrouw voor mijn neus. Ik schrik me te pletter. Ze duiken overal op. Je ziet ze gewoon niet aankomen. Die okerkleur is een goede schutkleur. Ze gaan compleet op in de omgeving met rode zandgrond. De vrouw wil wat van ons hebben en wijst op hoofd en buik. Waarschijnlijk wil ze paracetamol hebben. Dat willen ze hier allemaal. Ze klagen allemaal over hoofdpijn en buikpijn. We zeggen dat we haar niet begrijpen en gaan maar weer.
Om 11uur waren we al in Otjitanda. Veel eerder als verwacht. Daar hebben we Gerson opgebeld, dat we weer terug waren in de bewoonde wereld. Via een goede gravelweg reden we door naar Epupa falls. Daar staan we nu op een prachtige camping onder de palmbomen en direct aan het water van de waterval. Het geluid van het naar beneden donderende water is overweldigend. We gingen eerst even lekker een soepje met brood eten en daarna heerlijk een boekje gelezen in de schaduw van de palmbomen. Om 4 uur gingen we een wandeling langs de watervallen maken. Ze zijn prachtig. Zeker de moeite waard om te gaan bekijken en het hele eind voor te rijden. Bij het sunset-punt hebben we een uur naar de watervallen zitten kijken en het mooie licht van de zonsondergang bewonderd. We hadden tevens een fraai uitzicht op Angola. De watervallen liggen namelijk grotendeels op Angolees grondgebied, maar je kan ze alleen van de Namibische kant goed bewonderen.

We zijn nu via de watervallen van Ruacana op weg naar Oshakati. We zijn vandaag langs een grote Boabab-boom gekomen die uitgehold is door mensen. De boom had een functie als schuilplaats tijdens de verschillende stammenoorlogen, als postkantoor en tot slot heeft het dienst gedaan als kerkje. Erg leuk om te zien. De boom heeft een omtrek van 25 mensen die elkaars handen vasthouden. We hebben zojuist een klapband gehad met het reservewiel. Dit was weer schrikken. Gelukkig reden we op een asfaltweg en kon Marco de auto recht houden. Nu hebben we het andere wiel dat lek is er maar weer opgedaan. Die loopt namelijk heel zachtjes leeg. We pompen hem tussendoor af en toe op. Nog 50 km naar Oshakati. (Ik zit in de auto te typen). Eindelijk weer een grote stad waar we weer alles regelen kunnen. Daar 2 nieuwe achterbanden kopen, nieuwe uitlaat eronder, internetten en op naar Etosha. Lekker weer wilde dieren kijken. We hebben er zin an.

  • 06 Juni 2007 - 17:33

    Esther:

    Wat een verhaal weer. Nog steeds leuk om te lezen en gelukkig loopt het ook nog steeds goed af.

  • 06 Juni 2007 - 19:25

    Saskia:

    Hoi Maaike
    Wat maak je weer een bizare dingen mee! Verbaasd me echt wat je allemaal wel niet mee maakt. Wat een levenservaring krijg je zo! Geniet er van, maar pas wel goed op elkaar.
    Groetjes Saskia S.(Purmerend, Waterlandziekenhuis)

  • 06 Juni 2007 - 19:50

    Ed & Maaike:

    Ha die Marco en Maaike. Wij hebben een goede terugreis gehad vanuit Namibie en zitten weer in Friesland. Maar onze gedachten zitten nog steeds in Namibie. Geweldig dat het is gelukt met Gerson. Heel herkenbaar de verhalen over de Himba en Zemba. Vermoedelijk dezelfde stammen, waar wij met Gerson zijn geweest. Wat een avonturen beleven jullie! Heerlijk. Ik kan me er zoveel bij voorstellen. Geweldig al die mooie, bijzondere, tedere, gekke etc. ontmoetingen met div. mensen en dieren op je pad. Zoveel waardevolle momenten...... Sowieso zijn alle ervaringen zowel neg. als pos. in ieder geval herinneringen, die niemand jullie meer af kan nemen.

    Na jullie vertrek bij de kloof zijn wij nog naar Death Vlei gegaan voor de zonsondergang. Wij hebben hebben trouwens de volgende morgen de zonsopkomst in de Sossosvlei gemist. We hadden nl een spectaculaire zandstorm en het was stervenskoud! We hebben het gehaald tot 'Duin 45' en hebben het daarbij gelaten, want we werden aan alle kanten gezandstraald.

    Heerlijk om al jullie voorgaande belevenissen te lezen, die jullie al hebben meegemaakt, voor we jullie tegen kwamen. Lekker makkelijk leesbaar. Het leest alsof we er zelf bij zijn. Ik kijk nu al uit naar jullie volgende bericht.

  • 07 Juni 2007 - 21:22

    Marlinda:

    Hi Maaikie en Marco,

    Wat een avonturen allemaal, weer leuk om te lezen. Soms zit ik met zweethandjes aan de muisknop als ik lees wat jullie je auto allemaal aandoen....

    Groetjes en liefs Marlin

  • 12 Juni 2007 - 22:17

    Moeder Corrie:

    Niet te geloven wat er allemaal is gebeurd,de zenuwen worden wel op de proef gesteld, en gelukkig is het weer goed afgekomen, hoop dat de auto het verder ook goed houd,Groetjes en Succes

  • 14 Juni 2007 - 11:21

    Renee:

    Ben net terug uit Zuid-Frankrijk, maar dat is voor jullie om de hoek!
    Prachtig, die Zemba-vrouwen.
    Geniet verder van jullie boeiende reis!

  • 14 Juni 2007 - 14:42

    Ed & Maaike:

    We zijn natuurlijk ook heel benieuwd naar het slachtritueel bij de Himba, omdat het meisje voor het eerst ongesteld was geworden. Niet beroerd geworden van deze traditionele slachting???

  • 15 Juni 2007 - 08:54

    Marret:

    Wat een mooie foto's hebben jullie gemaakt!! xx Marret

  • 16 Juni 2007 - 18:12

    Marcel Marlene+kids:

    onze computer was stuk dus vandaar deze late reactie.
    wat leuk om jullie verhalen en foto's te zien.
    wat maken jullie een hoop mee,nog heel veel plezier
    doei groetjes de koopmannetjes

  • 18 Juni 2007 - 07:11

    Buurman Kees:

    Even kijken naar jullie belevenissen.
    Gaaf allemaal man. Schitterende foto's ook. Geniet er nog een tijdje van.

    Groetjes

  • 19 Juni 2007 - 09:44

    Anouk:

    lieve ome marco en tante maaike het was vaderdag en net was het moederdag sam heeft tandjes ik ben bij oma ome marco is bij afrika heleboel kusjes xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxdoeg

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marco

Rondreis door het zuiden van Afrika. We starten in Johannesburg met het kopen van een 4x4. Vervolgens drie weken met onze ouders van Johannesburg tot Kaapstad. Hierna gaan we richting het noorden. In Tanzania gaan we proberen ons 4 tot 6 weken vrijwilligerswerk te regelen. Hierna gaan we weer terug naar beneden en op 12 september vliegen we vanaf Kaapstad terug naar Amsterdam. Dit is in vogelvlucht een schema van onze reis. Mocht je meer informatie willen plaats je reactie en we reageren vanzelf weer terug!!

Actief sinds 20 Dec. 2006
Verslag gelezen: 1508
Totaal aantal bezoekers 49541

Voorgaande reizen:

13 Maart 2007 - 12 September 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: